1) Sluit het losse eind van de toevoerslang (afkomstig van het manometerverdeelstuk) aan op de onderhoudsopening van de
gasklep.
2) Open de lage-drukklep van het verdeelstuk (Lo) helemaal en sluit de hoge-drukklep (Hi) helemaal.
(De hoge-drukklep wordt hierna niet meer gebruikt.)
3) Zet de vacuumpomp aan en stel hem af zodat de samengestelde druk −0,1MPa (−76cmHg) is.
(de vacuümpomp moet ten minste 10 minuten ingeschakeld worden.)
4) Sluit de lage-drukklep (Lo) van het verdeelstuk en stop de vacuumpomp.
(Houd alles een paar minuten zo staan om te zien of de uitlezing van de drukmeter niet terugloopt.) *1.
5) Verwijder de deksels van de Vloeistof- en gasklep.
6) Draai de staaf van de vloeistofklep 90 graden tegen de klok in met een binnenzeskantsleutel om de klep te openen.
Sluit hem weer na 5 seconden en controleer of er gas gelekt heeft.
Controleer de aansluitingen op de binnenunit en de aansluitingen en de kleppen op de buitenunit met een sopje.
Veeg het sop weer weg als u klaar bent met controleren.
7) Haal de toevoerslang van de onderhoudsopening van de gasklep af en zet vervolgens de vloeistof- en gaskleppen helemaal
open. (Forceer ze niet.)
8) Zet de klepdesels en de onderhoudsopening-afsluiting terug en draai ze vast tot de voorgeschreven waarde met een torsiesleutel.
*1. Als de uitlezing van de manometer plots terugloopt, kan de koelvloeistof water bevatten, of kan er een losse pijpverbinding in het
systeem zitten. Controleer alle pijpverbindingen en draai indien nodig moeren aan, herhaal vervolgens de stappen 2) tot en met 4).
6.
Het systeem vullen met koelmiddel.
Controleer eerst of het te gebruiken koelmiddel overeenkomt met het koelmiddel op het typeplaatje.
Voorzorgsmaatregelen wanneer R410A wordt toegevoegd
Vul het systeem via de gasleiding met vloeistof.
Omdat het een koelmiddel een mengsel is, zal de samenstelling van het koelmiddel veranderen wanneer het koelmiddel in gas-
vorm wordt toegevoegd, waardoor het systeem niet normaal zal werken.
1) Controleer, voordat u begint met het bijvullen, of de cilinder een sifon heeft of niet. (Let op een melding als "liquid filling
siphon attached" of vergelijkbare melding.)
Vullen met een cilinder met een sifon
Houd de cilinder rechtop tijdens
het vullen.
In de cilinder is een sifon aanwezig,
waardoor u deze niet ondersteboven
hoeft te houden.
• Gebruik altijd dezelfde gereedschappen bij het verwerken van R410A om te voorkomen dat vreemde substanties in het
systeem terecht kunnen komen.
■Nederlands
Vullen met andere cilinders
Houd de cilinder ondersteboven
tijdens het vullen.
6