OPMERKING
De waterdruk op de manometer varieert volgens de
watertemperatuur
(hogere
watertemperatuur).
De waterdruk moet echter steeds groter dan 1 bar zijn om
te voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.
7.8.5
De tank voor warm tapwater vullen
Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
tank voor warm tapwater.
7.8.6
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
7.9
De elektrische bedrading
aansluiten
7.9.1
Over het aansluiten van de elektrische
bedrading
Vooraleer de elektrische bedrading aan te sluiten
Let op de volgende punten:
▪ De koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd
▪ De waterleiding is aangesloten
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten omvat typisch de volgende
stappen:
1
Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische
specificaties van de warmtepomp.
2
De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit.
3
De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit.
4
De hoofdvoeding aansluiten.
5
De voeding van de backupverwarming aansluiten.
6
De gebruikersinterface aansluiten.
7
De afsluiters aansluiten.
8
De elektrische meters aansluiten.
9
De pomp van het warm tapwater aansluiten.
10 De alarm-output aansluiten.
11 De
AAN/UIT-output
van
aansluiten.
12 De omschakeling naar een externe warmtebron aansluiten.
13 De digitale inputs voor het energieverbruik aansluiten.
7.9.2
Over het voldoen aan de normen inzake
elektriciteit
Alleen voor RRLQ006CAV3+RRLQ008CAV3
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A
en ≤75 A per fase).
RRLQ004~008CA + RHBH/X04+08CB
ROTEX HPSU lage-temperatuur Bi-Bloc
4P384979-1 – 2015.01
druk
bij
hogere
de
ruimtekoeling/verwarming
Alleen voor binnenunits
Zie
"7.9.8 De voeding van de back-upverwarming aansluiten" op
pagina 43.
7.9.3
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
INFORMATIE
Zie
"14.6 Bedradingsschema" op pagina 98
informatie over de legende en de plaats waar het
bedradingsschema in de unit gevonden kan worden.
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
7.9.4
Richtlijnen bij het aansluiten van
elektrische bedrading
Houd rekening met de volgende zaken:
▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog
op het uiteinde. Glijd het rond oog over de draad tot aan het
bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt
werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde spanklem
▪ Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Werkwijze om het frontrooster te
Eenaderige draad
A
a Eenaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
Gevlochten geleider
met rond oog
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Installatie
voor meer
meeraderige
kabel
plaatsen
c b
AA´
A´
c
a
a
a
b
c
B
B
a
als
41