Samenvatting van Inhoud voor Daikin Rotex HPSU Bi-Bloc RRLQ004CAV3
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur ROTEX HPSU lage-temperatuur Bi-Bloc Uitgebreide handleiding voor de installateur RRLQ004-006-008CA Nederlands ROTEX HPSU lage-temperatuur Bi-Bloc RHBH/X04+08CB...
Inhoudsopgave 6.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit Inhoudsopgave geïnstalleerd wordt............23 6.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten ........24 6.2.3 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit 1 Algemene veiligheidsmaatregelen geïnstalleerd wordt............24 Over de documentatie ...............
Pagina 3
Inhoudsopgave 7.7.6 De label voor fluorhoudende broeikasgassen 9.4.1 Het minimum debiet controleren ........79 bevestigen..............39 9.4.2 De ontluchtingsfunctie..........79 De waterleidingen aansluiten ............ 40 9.4.3 Proefdraaien ..............80 7.8.1 Over het aansluiten van de waterleidingen....40 9.4.4 Stelmotoren proefdraaien ..........80 7.8.2 Voorzorgen bij het aansluiten van de waterleidingen .
1 Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Algemene Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen veiligheidsmaatregelen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt. WAARSCHUWING Over de documentatie Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze ▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan andere talen zijn vertalingen.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
2 Over de documentatie OPMERKING WAARSCHUWING Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU- ▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle richtlijn 98/83 EC. elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten. 1.2.6 Elektrisch ▪...
3 Over de doos ▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke Hoofdstuk Beschrijving installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te Over de documentatie Welke documentatie bestaat er voor de voorkomen. installateur Over de doos De units uitpakken en hun accessoires Buitenunit verwijderen Over de units en opties...
3 Over de doos VOORZICHTIG Hanteer de buitenunit enkel op de volgende manier: 57kg Algemene veiligheidsmaatregelen, installatiehandleiding van de binnenunit, gebruiksaanwijzing en bijlagenboek 2 Neem de toebehoren op de bodem van de verpakking. voor optionele uitrustingen 1× 1× 1× 2× INFORMATIE Gooi het bovenste kartonnen deksel NIET weg.
4 Over de units en opties 4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit Plaats 1× 1× 1× 1× Modelidentificatie Voorbeeld: RR L Q 006 CA V3 2× 2× 1× 1× Code Uitleg Warmtepomp split buitenpaar Lage watertemperatuur – omgevingszone: −10~ −20°C Koelmiddel R410A Algemene veiligheidsmaatregelen Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur Capaciteitklasse Installatiehandleiding van de binnenunit Modelserie...
4 Over de units en opties Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de lekbak. kamerthermostaat en het bijlageboek voor optionele uitrustingen. Lekbakverwarming (EKDPH008CA) Afstandsensor voor draadloze thermostaat (EKRTETS) De lekbakverwarming is nodig om te beletten dat de lekbak bevriest. U kunt een draadloze binnentemperatuursensor (EKRTETS) alleen in combinatie met de draadloze thermostaat (RKRTR1) gebruiken.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen 4.3.3 Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit Binnenunit Buitenunit RRLQ004CAV3 RRLQ006CAV3 RRLQ008CAV3 RHBH04CB3V — — RHBX04CB3V — — RHBH08CB3V — RHBX08CB3V — RHBH08CB9W — RHBX08CB9W — OPMERKING Richtlijnen met betrekking tot Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt, mogelijke toepassingen zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming kamer bedienen.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Configuratie Instelling Waarde Aantal watertemperatuurzones: 0 (1 AWT-zone): Primair Instelling Waarde ▪ #: [A.2.1.8] Temperatuurregeling van de unit: 2 (Best. kmrthrmst): De unit werkt op basis van de ▪ Code: [7-02] ▪ #: [A.2.1.7] omgevingstemperatuur van de Externe kamerthermostaat voor 1 (Thermo AAN/UIT): Als de...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Instelling Waarde Instelling Waarde Externe kamerthermostaat voor 1 (Thermo AAN/UIT): Als de Aantal watertemperatuurzones: 0 (1 AWT-zone): Primair de primaire zone: gebruikte externe ▪ #: [A.2.1.8] kamerthermostaat of ▪ #: [A.2.2.4] ▪ Code: [7-02] warmtepompconvector enkel een ▪...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen INFORMATIE Instelling Waarde Aantal watertemperatuurzones: 0 (1 AWT-zone): Primair Pas op met situaties waar de primaire kamer door een andere verwarmingsbron verwarmd worden. ▪ #: [A.2.1.8] Voorbeeld: open haarden. ▪ Code: [7-02] Configuratie Voordelen Instelling Waarde...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen ▪ Primaire zone = de zone met de laagste ontwerptemperatuur in Combinatie: Vloerverwarming + verwarming en de hoogste ontwerptemperatuur in koeling Warmtepompconvectoren ▪ Secundaire zone = de andere zone Opstelling VOORZICHTIG Als er meer dan een aanvoerwaterzone is, moet u STEEDS een mengklepstation in de primaire zone plaatsen om de aanvoerwatertemperatuur te verlagen (in verwarming)/te verhogen (in koeling) als de secundaire...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen ▪ Voor de secundaire zone: Een extra warmtebron voor ▪ De warmtepompconvectoren zijn rechtstreeks op de binnenunit ruimteverwarming in/opstellen aangesloten. ▪ Ruimteverwarming kan worden geleverd door: ▪ De gewenste kamertemperatuur wordt voor elke kamer ingesteld afstandsbediening ▪...
Pagina 17
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Opstelling ▪ Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger is dan 55°C. Om dit te bereiken: ▪ Integreer de extra ketel als volgt: Alleen voor RHBH/X ▪ Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extra ketel in op maximum 55°C.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Indoor Binnenunit Auto Automatisch Boiler Ketel OPMERKING ▪ Zorg ervoor dat het hulpcontact voldoende differentiaal of tijdsvertraging heeft, zodat er niet veelvuldig tussen de binnenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt. ▪ Als het hulpcontact een buitentemperatuurthermostaat is, moet de thermostaat in de schaduw geplaatst worden, zodat hij niet door de zon beïnvloed of AAN/ UITgeschakeld wordt.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen ▪ Hoe hoger de buitentemperatuur, hoe beter de warmtepomp ▪ Om de warmtapwatertank op te warmen tot de gewenste presteert. warmtapwatertanktemperatuur kunt volgende energiebronnen gebruiken: ▪ Als de energieprijzen dezelfde zijn overdag als 's nachts, adviseert ROTEX de warmtapwatertank overdag op te warmen.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Hercirculatieaansluiting INFORMATIE ▪ De warmtapwaterpomp dient ter plaatse te worden voorzien en de U kunt deze manieren niet combineren: de verbruikte installatie ervan valt onder de verantwoordelijkheid van de energie berekenen (voor de back-upverwarming, bijv.) en installateur.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Voorbeeld Energiemetertypes ▪ Energiemeter 1: enkelfasige of driefasige energiemeter volgens Enkelfasige energiemeter Driefasige energiemeter de elektrische voeding van de buitenunit. ▪ Energiemeter 2: ▪ In het geval van een enkelfasige configuratie voor de back- 58 0 58 0 1 5 0...
6 Voorbereiding ▪ Het niveau van vermogenbeperking staat NIET toe dat zowel de Voorbereiding boosterverwarming als de back-upverwarming samen werken (stap 1 en stap 2). ▪ Verwarmingsvoorrang = Boosterverwarming. Overzicht: Voorbereiding Dan wordt het energieverbruik als volgt beperkt: Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen vooraleer ter plaatse te gaan.
6 Voorbereiding Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de luchtuitlaat aan wind blootgesteld is. Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muur gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld. Afdakje tegen de sneeuw Voetstuk Stootplaat Belangrijkste windrichting Belangrijkste windrichting Luchtuitlaat...
6 Voorbereiding 6.3.2 De koelleidingen isoleren ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: ▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) ▪ bestand tegen minstens 120°C ▪ Isolatiedikte Buitendiameter van Binnendiameter van Isolatiedikte (t) de buizen (Ø de isolatie (Ø 6,4 mm (1/4") 8~10 mm 10 mm...
Pagina 26
6 Voorbereiding ▪ Waterdebiet. U kunt het vereiste minimumwaterdebiet voor de ▪ Aftappen – Overdrukveiligheidsklep. Zorg voor een geschikte werking van de binnenunit in de volgende tabel vinden. Dit debiet afvoer voor de veiligheidsklep om te vermijden dat water in moet in alle situaties steeds gegarandeerd zijn.
6 Voorbereiding Douche Hercirculatiepomp 6.4.2 Formule om de voordruk van het expansievat te berekenen De voordruk (Pg) van het expansievat hangt af van het hoogteverschil (H) van de installatie: Pg=0,3+(H/10) (bar) 6.4.3 Het watervolume en waterdebiet controleren 0 10 De binnenunit heeft een expansievat van 10 liter met een vooraf ingestelde voordruk van 1 bar.
6 Voorbereiding Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar) WAARSCHUWING bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde richtlijnen: nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. ▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat ▪...
7 Installatie Onderde Beschrijving Draden Maximumstr De units openen oom in functie 7.2.1 Over het openen van de units Pomp voor warm tapwater Soms moet u de unit openen. Voorbeeld: Alarmuitgang ▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen Omschakeling naar ▪...
7 Installatie 7.2.4 Het deksel van de schakelkast van de OPMERKING binnenunit openen Maak met moeren en harssluitringen (a) de buitenunit vast op de ankerbouten. Indien de bekleding van de plaats waarop de buitenunit wordt vastgemaakt, afschilfert of loskomt, zullen de moeren gemakkelijk roesten. 4×...
7 Installatie 1 Hef de buitenunit op zoals beschreven in "3.2.2 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen" op pagina 7. 2 Installeer de buitenunit op de volgende manier: 2× Luchtuitlaat OPMERKING Het voetstuk MOET gelijk komen met de achterkant van het U-profiel.
7 Installatie OPMERKING Indien de afvoergaten van de buitenunit geblokkeerd worden, voorzie dan een ruimte van minstens 300 mm onder de buitenunit. Door een additionele lekbakkit (EKDP008CA) te gebruiken, kan het afgevoerd water opgevangen worden. De lekbakkit bevat: Lekbak U-profielen De binnenunit monteren 7.4.1 Over het monteren van de binnenunit...
7 Installatie 6 Haak de unit aan de muur. 2× 60kg 2× 7 Zet de unit in elkaar. 2 Neem de 4 schroeven op de bodem van de unit. Loshaken en de zijpanelen verwijderen. 5× 3 Plaats de installatiemal (zie verpakking) tegen de muur en volg onderstaande stappen zoals geïllustreerd.
7 Installatie Typische werkstroom Toestel Installatieperiode Beschermingsmeth De koelmiddelleiding aansluiten betekent: Buitenunit >1 maand De leiding ▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten dichtknijpen ▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten <1 maand De leiding ▪ De koelmiddelleiding isoleren dichtknijpen of met Binnenunit Ongeacht de periode kleefband afdichten...
7 Installatie Tape 7.5.5 Het uiteinde van een buis verbreden Handbediende klep Drukreduceerklep VOORZICHTIG Stikstof ▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas ▪ Gebruik GEEN anti-oxidanten hardsolderen veroorzaken. leidingverbindingen. Door resten kunnen leidingen verstopt raken en kan uitrusting stuk ▪...
7 Installatie Vloeistofafsluiter Linksom om te openen. Gasafsluiter Rechtsom om te sluiten. Servicepoort 3 Als de klepsteel niet verder kan worden gedraaid, stop dan met 2 Sluit het aansluitstuk van het koelmiddel in gasfase komende draaien. De afsluiter is nu open/gesloten. van de binnenunit aan op de koelmiddelafsluiter van de buitenunit.
7 Installatie 7.6.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ▪ Voorbereiding g h i OPMERKING Manometer Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep Meetverdeelstuk die tot een meterdruk van –100,7 ...
7 Installatie INFORMATIE 7.7.4 De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn INFORMATIE alvorens u koelmiddel kunt bijvullen. Indien het systeem opnieuw volledig gevuld moet worden, Typische workflow –...
7 Installatie OPMERKING De waterleidingen aansluiten ▪ Monteer aftapgereedschap drukafvoerapparaat op de aansluiting van de inlaat van 7.8.1 Over het aansluiten van de waterleidingen koud water van de warm tapwatertank. Vooraleer de waterleidingen aan te sluiten ▪ Om te voorkomen dat er water zou terugstromen, is het Controleer of de binnen- en buitenunits zijn gemonteerd.
7 Installatie Alleen voor binnenunits OPMERKING "7.9.8 De voeding van de back-upverwarming aansluiten" op De waterdruk op de manometer varieert volgens de pagina 43. watertemperatuur (hogere druk hogere watertemperatuur). 7.9.3 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten De waterdruk moet echter steeds groter dan 1 bar zijn om van elektrische bedrading te voorkomen dat lucht in het circuit zou binnendringen.
7 Installatie 5 Sluit de doorverbindingskabel en de elektrische voeding als OPMERKING volgt aan: Voorzorgsmaatregelen installeren voedingskabels: ▪ Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op voedingsklemmenstrook (loshangende voedingskabels kunnen abnormaal warm worden). ▪ Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte te werk zoals hieronder afgebeeld.
7 Installatie Tracés Mogelijke kabels (afhankelijk van het type unit en de geïnstalleerde opties) ▪ Doorverbindingskabel Elektrische voeding voor ▪ Elektrische voeding met normaal kWh-tarief hoge spanning ▪ Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief ▪ Elektrische voeding voor back-upverwarming ▪ Elektrische voeding voor de bodemplaatverwarming (optie) ▪...
Pagina 44
7 Installatie VOORZICHTIG Type back- Aansluitingen op de Aansluitingen op de upverwarming voeding van de back- aansluitklemmen Indien de binnenunit een tank met ingebouwde elektrische upverwarming boosterverwarming heeft, gebruik afzonderlijk 6 kW 3~ 230 V stroomcircuit voor back-upverwarming 1 2 3 4 6 7 8 (*9W) boosterverwarming.
7 Installatie Wanneer de back-upverwarming wordt aangesloten, bestaat de Bij de binnenunit In de kamer kans dat fout wordt bekabeld. Om mogelijke foute bedradingen op te Sluit de kabel van de gebruikersinterface aan op de sporen wordt geadviseerd weerstand binnenunit. verwarmingselementen te meten.
7 Installatie 7 8 910 4A Langs de achterkant 4B Langs links 1× 1× 4C Langs boven 4D Langs boven midden S2S S3S 2 Bevestig kabel kabelbinders kabelbinderbevestigingen. 7.9.12 De pomp van het warm tapwater aansluiten 1 Sluit de kabel van de pomp voor het warm tapwater aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.
7 Installatie 7.10 De installatie van de buitenunit voltooien 7.10.1 De installatie van de buitenunit voltooien 1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de doorverbindingskabel: Gasleiding Isolatie gasleiding De EKRP1HB dient verplicht geplaatst te worden. Doorverbindingskabel 2 Bevestig kabel kabelbinders Vloeistofleiding...
8 Configuratie Configuratie X10A Overzicht: Configuratie Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem na installatie ervan te configureren. Waarom 3 Let hierbij goed op de stand van de stekker! Indien u het systeem NIET correct configureert, kan het zijn dat het NIET als verwacht werkt.
8 Configuratie 2 Ga met de knoppen naar het overeenstemmend 15:10 scherm van het eerste deel van de instelling. U5: auto adres INFORMATIE Een bijkomende 0-cijferteken is toegevoegd aan het eerste deel van de instelling wanneer u de codes in de overzichtsinstellingen oproept.
8 Configuratie Wanneer de installateurinstellingen gewijzigd worden, zal het 8.1.5 Snelle wizard: Stel de systeemlayout in na systeem een bevestiging vragen. Na deze bevestiging zal het het voor de eerste maal onder spanning scherm zich kort UITzetten en zal “Bezig” gedurende enkele zetten seconden verschijnen.
Pagina 51
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.2.1.B] Alleen als er 2 gebruikersinterfaces zijn [A.2.1.8] [7-02] << vervolg (1 in de kamer, 1 bij de binnenunit): ▪ 1 AWT-zones): 2 aanvoerwatertemperatuurzones. De zone laagste aanvoerwatertemperatuur verwarming) wordt primaire aanvoerwatertemperatuurzone genoemd. De zone met de hoogste aanvoerwatertemperatuur verwarming) wordt...
8 Configuratie Code Beschrijving 8.2.3 Snelle wizard: Opties [A.2.1.9] [F-0D] << vervolg De instellingen voor het warm tapwater ▪ 1 (Monster)(standaard): De pomp is Dit hoofdstuk geldt alleen voor systemen met een geplaatste tank verwarming koeling voor warm tapwater: gevraagd wordt wanneer ▪...
Pagina 53
8 Configuratie Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor… Code Beschrijving Ogenblikkelijk warm water Desinfectie [A.2.2.5] [C-06] Sec. contact Voor de regeling via externe kamerthermostaten met 2 aanvoerwatertemperatuurzones moet het type van de optionele kamerthermostaat voor de secundaire aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld Binnenunit worden. Zie "5 Richtlijnen met betrekking Tank tot mogelijke toepassingen" op...
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.2.2.6.3] [C-09] Alarm-output [A.2.2.8] [D‑08] Optionele externe kWh-meter 1: Geef de logica aan van de alarm-output ▪ 0 (Nee): NIET geïnstalleerd op de digitale I/O-printplaat tijdens een ▪ 1: Geïnstalleerd (0,1 impuls/kWh) storing. ▪ 2: Geïnstalleerd (1 impuls/kWh) ▪...
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.2.3.6] [6-07] Bodemplaatverwarm: Geldt alleen voor [A.3.1.1.1] << vervolg een optionele bodemplaatverwarming. ▪ Abs+geprog: gewenste De capaciteit van de optionele aanvoerwatertemperatuur is: bodemplaatverwarming op nominale ▪ NIET weersafhankelijk (wat spanning. Standaard: 0 W. betekent: NIET afhankelijk van de Gebied: 0~200 W (in stappen van 10 W) buitenomgevingstemperatuur) ▪...
Pagina 57
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.3.1.2.1] AWT inst modus: [7.7.2.1] [0-00] << vervolg ▪ Absoluut (standaard): De gewenste [0-01] ▪ [0-03]: Lage aanvoerwatertemperatuur is: buitenomgevingstemperatuur. – [0-02] 40°C~+5°C (standaard: –10°C) ▪ NIET weersafhankelijk (wat [0-03] betekent: NIET afhankelijk van de ▪...
Pagina 58
8 Configuratie verhoogd in functie van de gewenste kamertemperatuur en het Code Beschrijving verschil tussen de werkelijke en de gewenste kamertemperatuur. Dit [7.7.2.2] [0-04] << vervolg resulteert in volgende zaken: [0-05] ▪ [0-07]: Lage ▪ stabiele kamertemperaturen die exact overeenkomen met de buitenomgevingstemperatuur.
8 Configuratie Aanvoerwatertemperatuur: Afgiftesysteem INFORMATIE Alleen van toepassing in het geval van een regeling via Tijdens de desinfectie van de warmtapwatertank kan de kamerthermostaat. Afhankelijk van het systeemwatervolume en het warmtapwatertemperatuur deze maximumtemperatuur type van warmteafgiftesystemen kan het langer duren om een ruimte overtreffen.
Pagina 60
8 Configuratie OPMERKING OPMERKING Selecteer voorgeprogrammeerde ▪ Wanneer bereiken voor aanvoerwatertemperaturen die overeenstemmen met de aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers om het alle gewenste aanvoerwatertemperaturen evenwicht tussen de gewenste kamertemperatuur en aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden aanvoerwatertemperatuur te bewaren.
Pagina 61
8 Configuratie De temperatuuroverregeling voor de aanvoerwatertemperatuur Code Beschrijving Deze functie bepaalt hoeveel de watertemperatuur boven de [1-04] De weersafhankelijke koeling van de gewenste aanvoerwatertemperatuur mag stijgen vooraleer de primaire aanvoerwatertemperatuurzone compressor stopt. De compressor zal opnieuw starten wanneer de is…...
Pagina 62
8 Configuratie Wanneer de regeling via de kamerthermostaat gebeurt, wordt vorstbescherming kamer gegarandeerd, zelfs wanneer startpagina van de kamertemperatuur op de gebruikersinterface UIT [ 9-0C ] is. Wanneer Vorstbescherming kamer ([2‑06]) ingeschakeld is en de kamertemperatuur onder de vorstbeschermende kamertemperatuur ([2‑05]) valt, zal de unit aanvoerwater naar de warmteafgevers Kamertemperatuur leiden om de kamer opnieuw op te warmen.
Pagina 63
8 Configuratie Indien… …dan geldt het volgende: [C‑07]=0: regeling via de aanvoerwatertemperatuur Eén ▪ Wanneer de startpagina van Indien de regeling via de aanvoerwatertemperatuur gebeurt, wordt aanvoerwatertemperatuurzone aanvoerwatertemperatuur Vorstbescherming kamer NIET gegarandeerd. Bovendien, als [2‑06] op “1” staat, is een beperkte vorstbescherming door de unit mogelijk: buitenomgevingstemperatuur ▪...
Pagina 64
8 Configuratie ▪ De gemeten binnentemperatuur: naast gewenste Code Beschrijving kamertemperatuur voor verwarming en voor koeling stelt de [A.3.1.1.6.2] [F-0C] De afsluiter: installateur ook een hysteresiswaarde in (bijv. tijdens verwarming ▪ 0 (Nee): wordt NIET beïnvloed heeft deze waarde betrekking tot de gewenste koeltemperatuur) wanneer bedrijfsmodus naar...
8 Configuratie 8.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd Code Beschrijving [A.4.6] De weersafhankelijke gewenste Voorgeprogrammeerde tanktemperaturen tanktemperatuur is: Alleen van toepassing als de bereiding van warm tapwater gepland ▪ Absoluut (standaard): uitgeschakeld. is of gepland + warmhouden. Alle gewenste tanktemperaturen zijn U kunt voorgeprogrammeerde tanktemperaturen bepalen: NIET weersafhankelijk.
Pagina 66
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [4-03] Bepaalt wanneer de boosterverwarming [4-03] << vervolg mag werken in functie van de De boosterverwarming zal mogen omgevingstemperatuur, de werken wanneer T <[5-03] van de status warmtapwatertemperatuur of de van [5-02] afhangt. bedrijfsmodus van de warmtepomp. Als bivalente werking is geactiveerd is en Deze instelling is alleen van toepassing het toestemmingssignaal voor de extra...
Pagina 67
8 Configuratie Warmtepomp. Als de verwarming met de warmtepomp te Code Beschrijving lang duurt, kan de boosterverwarming extra bijverwarmen [8-03] Vertragingstimer van de UIT-temperatuur boosterverwarming (T +[7-00]) BH OFF AAN-temperatuur boosterverwarming (T −[7-01]) boosterverwarming. BH ON BH OFF Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank HP MAX Alleen voor RKHW voor warm tapwater voor huishoudelijk gebruik...
Pagina 68
8 Configuratie Code Beschrijving [A.4.4.3] [2‑02] Starttijd: 00~23:00, stap: 1:00. [A.4.4.4] [2‑03] Eindtemperatuur : ▪ Met boosterverwarming: 55°C~80°C, standaard: 70°C. ▪ Zonder boosterverwarming: 60°C (vast). [A.4.4.5] [2‑04] Tijdsduur: ▪ Met boosterverwarming: 5~60 minuten, standaard: 10 minuten. ▪ Zonder boosterverwarming: 40~60 minuten, standaard: 40 minuten.
8 Configuratie INFORMATIE Code Beschrijving [5-00] Mag de back-upverwarming boven de Indien storingscode verschijnt evenwichtstemperatuur werken tijdens desinfectiefunctie niet onderbroken wordt omdat er warm ruimteverwarming? tapwater genomen wordt, wordt geadviseerd het volgende te doen: ▪ 1: NIET toegestaan ▪ Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand > ▪...
Pagina 70
8 Configuratie Bivalent OPMERKING Alleen van toepassing voor installaties met een extra ketel Gebruik de overzichtsinstellingen NIET! (alternerende werking, in parallel aangesloten). De bedoeling van Wanneer T het T -punt bereikt, zal de toelating voor de bivalente deze functie is te bepalen — op basis van de buitentemperatuur calc warmtebron worden ingeschakeld.
8 Configuratie INFORMATIE Code Beschrijving [5-04] Instelpuntcorrectie voor temperatuur ▪ De combinatie van instelling [4-03]=0/2 met bivalente warm tapwater: instelpuntcorrectie voor werking kan bij een lage buitentemperatuur leiden tot de gewenste temperatuur van het een tekort aan warm tapwater. warm tapwater, te gebruiken bij lage ▪...
Pagina 72
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [C‑01] Indien gelijktijdig ruimteverwarming/ [A.6.2.1] [D‑00] Welke verwarmingen worden toegestaan koeling en opwarmen van warm te werken tijdens de elektrische voeding tapwater (door de warmtepomp) met voorkeur kWh-tarief? gevraagd worden, welke bedrijfsmodus ▪ 0 (standaard): Geen heeft dan voorrang? ▪...
Pagina 73
8 Configuratie Code Beschrijving [A.6.3.2] [4-09] Type: ▪ 0 (Stroom): grenswaarden worden in A ingesteld. ▪ 1 (Vermogen) (standaard): grenswaarden worden ingesteld. [A.6.3.3] [5-05] Waarde: Alleen van toepassing in het geval van een voltijdse vermogenbeperking. 0 A~50 A, stap: 1 A (standaard: 50 A) [A.6.3.4] [5-09] Waarde: Alleen van toepassing in het...
Pagina 74
8 Configuratie De temperatuurafwijking via de externe Code Beschrijving buitenomgevingstemperatuursensor [A.6.3.7] [4-01] Besturing energieverbruik Alleen toepassing wanneer externe UITGESCHAKELD [4-08]=0 buitenomgevingstemperatuursensor werd geplaatst ▪ 0 (Geen) (standaard): de back- geconfigureerd. upverwarming U kunt de externe buitenomgevingstemperatuursensor ijken. Er kan boosterverwarming kunnen een afwijking op de thermistorwaarde ingegeven worden.
Pagina 75
8 Configuratie Code Beschrijving [9‑0D] Pompsnelheidbeperking ▪ 0: Geen beperking. ▪ 1~4: Algemene beperking. Er is een beperking in alle omstandigheden. De vereiste delta T regeling en comfort worden NIET gegarandeerd. ▪ 5~8 (standaard: Beperking wanneer geen stelmotoren. Wanneer er niet wordt verwarmd of gekoeld is pompsnelheidbeperking toepassing.
9 Inbedrijfstelling De volgende ter plaatse te voorziene bedradingen Inbedrijfstelling werden gelegd conform dit document en de geldende wetgeving: ▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de buitenunit Overzicht: Inbedrijfstelling ▪ Tussen de binnenunit en de buitenunit Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem ▪...
9 Inbedrijfstelling Stelmotoren proefdraaien. INFORMATIE Begin eerst handmatig te ontluchten. Wanneer haast alle Functie dekvloer drogen lucht is verwijderd, ontlucht dan automatisch. Indien nodig, herhaal het automatisch ontluchten tot wanneer u zeker De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig). bent dat alle lucht uit het systeem werd verwijderd.
9 Inbedrijfstelling Gevolg: De ontluchting start en het volgende scherm zal 4 Selecteer een stelmotor en druk op . Voorbeeld: Pomptest. verschijnen. 5 Selecteer OK en druk op 01:18 Gevolg: Het proefdraaien van de stelmotor start. Het stopt automatisch wanneer het is voltooid. Om het handmatig te stoppen, Ontluchting druk op , selecteer OK en druk op...
9 Inbedrijfstelling OPMERKING ▪ Gebruik de knoppen om door het programma te scrollen. De installateur is verantwoordelijk voor: ▪ Gebruik om de selectie aan te passen. ▪ het contact opnemen met de fabrikant van de dekvloer Als een tijd wordt geselecteerd, kunt u de duurtijd instellen om de instructies te bekomen om de dekvloer voor de van 1 tot 72 uren.
10 Aan de gebruiker overhandigen Het drogen van de dekvloer van de 11.2 Voorzorgsmaatregelen inzake vloerverwarming onderbreken onderhoud Wanneer het programma wordt gestopt door een storing, een GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE uitschakeling of een stroomonderbreking, verschijnt storing U3 op het scherm van de gebruikersinterface. Om de storingscodes op te lossen, "12.4 ...
12 Opsporen en verhelpen van storingen Het is aanbevolen kalkaanslag op de boosterverwarming te verwijderen om zo de levensduur van de verwarming te verlengen, en dit vooral in streken met hard water. Laat hiervoor de tank voor warm tapwater leeglopen, verwijder de boosterverwarming uit de tank voor warm tapwater en dompel deze 24 ...
12 Opsporen en verhelpen van storingen 12.3.2 Symptoom: De compressor start NIET 12.3 Problemen op basis van (ruimteverwarming of verwarming van het symptomen oplossen tapwater) 12.3.1 Symptoom: De unit verwarmt of koelt Mogelijke oorzaken Wat te doen NIET zoals verwacht De unit moet buiten zijn Als de watertemperatuur te laag werkingsgebied opstarten (de...
12 Opsporen en verhelpen van storingen Mogelijke oorzaken Wat te doen 12.3.6 Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende verwarmd bij lage Het watervolume in de installatie Controleer of het watervolume in is te hoog de installatie onder de buitentemperaturen toegestane maximumwaarde ligt (zie "6.4.3 Het watervolume en Mogelijke oorzaken...
12 Opsporen en verhelpen van storingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle storingscodes en de 12.3.7 Symptoom: De druk op het aftappunt is inhoud van de storingscode zoals deze op de gebruikersinterface tijdelijk abnormaal hoog verschijnt. Mogelijke oorzaken Wat te doen Voor een meer gedetailleerde richtlijn om elke storing op te lossen, zie de onderhouds- en reparatiehandleiding.
13 Als afval verwijderen Storingscode Gedetailleerde Beschrijving Minimum nodig debiet tijdens het ontdooien storingscode 11+16 modellen 15 l/min Probleem buitenvoeler Minimum nodig debiet wanneer de back-upverwarming werkt Alle modellen 12 l/min Neem contact op met uw dealer. INFORMATIE Bevriezing warmtewisselaar. Storing AJ-03 wordt automatisch gereset zodra de tank terug normaal opwarmt.
13 Als afval verwijderen Vloeistofafsluiter 13.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen Controleer of dip-schakelaar SW2 in de KOEL-stand staat. 1 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling te starten. 2 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling te stoppen.
14 Technische gegevens Technische gegevens 14.1 Overzicht: Technische gegevens Dit hoofdstuk bevat informatie over: • Afmetingen en ruimte voor service • Zwaartepunt • Onderdelen • Schema van de leidingen • Bedradingsschema • ESP-curve 14.2 Afmetingen en ruimte voor service 14.2.1 Afmetingen en ruimte voor service: Buitenunit MINIMUMRUIMTE OM LUCHT DOOR TE LATEN MUURHOOGTE LANGS DE KANT VAN DE...
14 Technische gegevens 14.2.2 Afmetingen en ruimte voor service: Binnenunit 3D090501 Gaten (Ø12 mm) voor bevestiging aan een muur Wateruitlaataansluiting (1-1/4" vr. draad) Watertoevoeraansluiting (1-1/4" vr. draad) Koelmiddelvloeistofaansluiting Ø6,35 mm getrompte aansluiting Koelmiddelaanzuigaansluiting Ø15,9 mm getrompte aansluiting Pomp Gebruikersinterface Veiligheidsklep druk Ontluchting Expansievat Manometer Warmtewisselaar (koelmiddel/water) Afsluiter met aftap- en vulkraan (1-1/4" vr. draad) (inbegrepen toebehoren) Waterfilter RRLQ004~008CA + RHBH/X04+08CB Uitgebreide handleiding voor de installateur...
Pagina 92
14 Technische gegevens Ingang bedrading van de elektrische voeding/communicatiekabel Deur voor onderhoud Aansluitingspunten van schakelkast Aansluitingspunten van schakelkast voor de warmtapwatertank (optie) 3D088485 Uitgebreide handleiding voor de installateur RRLQ004~008CA + RHBH/X04+08CB ROTEX HPSU lage-temperatuur Bi-Bloc 4P384979-1 – 2015.01...
14 Technische gegevens Verwijdert vuil uit het water om schade aan de pomp of 14.4.4 Onderdelen: Schakelkast (binnenunit) verstopping van de warmtewisselaar te voorkomen. Overdrukveiligheidsklep Voorkomt overdreven waterdruk in het watercircuit door te openen aan 3 bar. Aansluiting van koelmiddelgas R410A Aansluiting van koelmiddelvloeistof R410A Aansluiting van waterinlaat Aftap- en vulkranen...
14 Technische gegevens 14.6 Bedradingsschema 14.6.1 Bedradingsschema: Buitenunit Zie het intern bedradingsschema dat met de unit is meegeleverd (op de binnenkant van het deksel van de schakelkast van de binnenunit). De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis. Alleen voor RRLQ004CAV3 BEDRADINGSSCHEMA ELEKTRISCHE VOEDING NAAR BINNENUNIT...
Pagina 99
14 Technische gegevens Alleen voor RRLQ006CAV3+RRLQ008CAV3 BEDRADINGSSCHEMA ELEKTRISCHE VOEDING NAAR BINNENUNIT binnen BEDRADING TER PLAATSE buiten FERRIETKERN DRUK AANSLUITKLEMMENSTROOK (LUCHT) (AFVOER) SENSOR ELEKTRONISCHE EXPANSIEKLEP PENBUNDEL OPTIE LEKBAK (WARMTEWISSELAAR) VARISTOR KIT VERWARMER SPANNINGSBEVEILIGING ZEKERING ONDER SPANNING COMPRESSORMOTOR MAGNETISCH RELAIS NEUTRAAL VENTILATORMOTOR THERMISTOR (UITVOER) DRUKKNOPPEN INDICATIELAMPJES...
Pagina 100
14 Technische gegevens Bruin Groen Oranje Paars Rood Geel Uitgebreide handleiding voor de installateur RRLQ004~008CA + RHBH/X04+08CB ROTEX HPSU lage-temperatuur Bi-Bloc 4P384979-1 – 2015.01...
14 Technische gegevens 14.6.2 Bedradingsschema: Binnenunit Zie het intern bedradingsschema dat met de unit is meegeleverd (op de binnenkant van het deksel van de schakelkast van de binnenunit). De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis. Positie in schakelkast Configuratie back-upverwarming (enkel voor *9W): Digitale I/O-printplaat 3V3 (1N~, 230 V, 3 kW) Vraag-printplaat...
Pagina 102
14 Technische gegevens alleen voor *KHWE*Z2 alleen voor *KHWS*Z2 alleen voor *KHWE*V3 alleen voor *KHWS*V3 warmtapwatertank warmtapwatertank warmtapwatertank warmtapwatertank GRY RED GRY RED BRN GRY RED BRN 1 2 3 5 6 7 8 1 2 3 5 6 7 8 1 2 3 5 6 7 8 1 2 3...
Pagina 103
14 Technische gegevens Digitale I/O-printplaat CN2:1 X33A:1 X5A:1 -t° CN1:1 3 X6A:1 -t° X7A:1 X40A:1 -t° KHUR PHC1 -t° X1 X2 X3 X4 X8A:1 alleen voor -t° warmtapwater- optie Alarm-uitgang X9A:1 Max. belasting -t° Schakel- 0,3 A - 250 V AC 4 7 8 9 10 Min.
Pagina 104
14 Technische gegevens Printplaat station pomp zonnesysteem Inlaatwaterthermistor AAN/UIT-thermostaat (PC=stroomcircuit) (*) Thermistor warm tapwater Warmtepompconvector Externe binnen- of buitenomgevingsthermistor Digitale I/O-printplaat R1H (A3P) Vochtigheidssensor Printplaat ontvanger (draadloze AAN/UIT- thermostaat) Contact elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief Vraag-printplaat Impulsingang 1 elektrische meter Flowsensor Impulsingang 2 elektrische meter Relais station pomp zonnesysteem...
14 Technische gegevens 14.7 Werkingsgebied 14.7.1 Noodzaak van de lekbak Retourwatertemperatuurbeperking om geen condensatie te hebben Relatieve vochtigheid 40% Relatieve vochtigheid 60% Relatieve vochtigheid 80% Voorbeeld: Met een omgevingstemperatuur van 25°C en een relatieve vochtigheid van 40%. Als de retourwatertemperatuur lager dan 12°C is, zal er op de waterleidingen condensatie optreden.
14 Technische gegevens 14.8 ESP-curve 14.8.1 ESP-curve: Binnenunit Opmerking: Er zal zich een debietstoring voordoen wanneer het minimum waterdebiet niet wordt bereikt. EHBH/X04=RHBH/X04 A (kPa) B (l/min) 4D090624-1A EHBH/X08=RHBH/X08 A (kPa) B (l/min) 4D090624-1A Externe statische druk Waterdebiet Werkingsgebied Enkel wanneer de unit met alleen maar een warmtepomp werkt, wordt het werkingsgebied voor kleinere debieten uitgebreid.
15 Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Dealer Verdeler die het product verkoopt. Erkende installateur Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product te installeren. Gebruiker Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product gebruikt. Geldende wetgeving Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke richtlijnen,...
Pagina 109
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde Gebruikerinstellingen └─ Voorgeprogrammeerde waarden └─ Kamertemperatuur 7.4.1.1 Comfort (verwarming) [3-07]~[3-06], stap: A.3.2.4 21°C 7.4.1.2 Eco (verwarming) [3-07]~[3-06], stap: A.3.2.4 19°C 7.4.1.3 Comfort (koeling) [3-08]~[3-09], stap: A.3.2.4 24°C 7.4.1.4...
Pagina 110
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde A.2.1.4 [E-03] Stappen back-upverwarming 0: Geen BUH 1: 1 stap 2: 2 stappen A.2.1.5 [5-0D] Type BUH 0: 1P,(1/2) 1: 1P,(1/1+2) 2: 3P,(1/2) 3: 3P,(1/1+2) (*3) 4: 3PN,(1/2) 5: 3PN,(1/1+2) (*4)
Pagina 111
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde A.3.1.2.2.1 [9-05] Temperatuurbereik Minimumtemp (verwarm) 15~37°C, stap: 1°C 25°C A.3.1.2.2.2 [9-06] Temperatuurbereik Maximumtemp (verwarm) 37~afhankelijk van buitenunit, stap: 1°C 55°C A.3.1.2.2.3 [9-07] Temperatuurbereik Minimumtemp (koelen) 5~18°C, stap: 1°C...
Pagina 112
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde A.6.3.1 [4-08] Stand 0: Geen beperking 1: Continu 2: Digitale input A.6.3.2 [4-09] Type 0: Stroom 1: Vermogen A.6.3.3 [5-05] Amp.waarde 0~50 A, stap: 1 A 50 A A.6.3.4 [5-09]...
Pagina 113
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [2-00] Wanneer moet desinfectie worden uitgevoerd? 0: Elke dag 1: Maandag 2: Dinsdag 3: Woensdag 4: Donderdag 5: Vrijdag 6: Zaterdag 7: Zondag [2-01] Moet de desinfectie- functie worden uitgevoerd? 0: Nr...
Pagina 114
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [5-0D] Welk type back-upverwarming installatie wordt toegepast? 0: 1P,(1/2) 1: 1P,(1/1+2) 2: 3P,(1/2) 3: 3P,(1/1+2) (*3) 4: 3PN,(1/2) 5: 3PN,(1/1+2) (*4) [5-0E] [6-00] Het temperatuurverschil dat de AAN-temperatuur van de warmtepomp bepaalt.
Pagina 115
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [9-0D] Pompsnelheidsbegrenzing 0~8, step:1 0 : 100% 1~4 : 80~50% 5~8 : 80~50% [9-0E] [A-00] [A-01] 0 (*5) 3 (*6) [A-02] 0 (*5) 1 (*6) [A-03] [A-04]...
Pagina 116
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [E-04] Is de energiespaarfunctie beschikbaar op de buitenunit? 0: Nr 1: Ja [E-05] Kan het systeem warm tapwater bereiden? 0: Nee (*1) 1: Ja (*2) [E-06] Warmtapwatertank geïnstalleerd in het systeem?
Pagina 120
R O T E X H e a t i n g S y s t e m s G m b H Langwiesenstraße 10 · D-74363 Güglingen Fon +49(7135)103-0 · Fax +49(7135)103-200 e - m a i l i n f o @ r o t e x . d e w w w.