Draaien (bij bewegen)
WAARSCHUWING
• Als de frees bij hoge snelheden wordt gedraaid, draait de frees
plotseling en wordt hij instabiel, waardoor er letsel of een ongeval
kan ontstaan.
• Draai de frees niet terwijl hij een heuvel op of af rijdt. Als de frees
op een helling wordt gedraaid, kan hij plotseling in een richting
bewegen, waardoor er een ongeval, lichamelijk letsel of schade
aan de frees kan ontstaan.
Draai de frees met de hendel van de differentieelsper in de stand voor
ONTGRENDELEN en het motortoerental laag.
Freeswerkzaamheden
VOORZICHTIG:
• Als er eerst diep wordt gefreesd, kan de frees plotseling naar voren
springen.
• Als een steen of hard voorwerp tegen de rotor komt tijdens het
frezen, kan de stuurboom omhoog komen en kan de frees plotseling
naar voren springen; wees daarom voorzichtig.
• Loopt tijdens het werken met de frees altijd midden achter de frees
en houd de stuurboom met beide handen vast. Als de frees uit
balans raakt, kan er een ongeluk gebeuren.
• Als u op harde grond freest, frees dan eerst niet te diep; frees het
veld 2 of 3 keer. Druk niet te hard tegen de stuurboom.
• Bij het draaien van de frees:
Koppel de hoofdkoppeling los en verlaag het motortoerental. Als
de differentieelsper wordt gebruikt, moet u deze in de stand voor
ONTGRENDELEN zetten. Zet de schakelhendel in de 1ste versnelling,
knijp de hoofdkoppelingshendel dicht en draai langzaam. Als de draai
is voltooid, zet de schakelhendel in de stand WERK en ga verder
met frezen.
33