WAARSCHUWING
• De uitlaatgassen bevatten onder andere het giftige gas koolmonoxide;
inademing hiervan kan leiden tot bewusteloosheid en kan zelfs
dodelijk zijn. Laat de motor niet draaien in een afgesloten ruimte.
• De uitlaat kan erg heet worden en ook na het uitschakelen van de
motor nog enige tijd heet blijven. Raak de uitlaat niet aan als deze
heet is.
1. Draai de brandstofkraan in stand AAN.
Zorg ervoor dat het aftapkraantje goed dichtgedraaid is.
2. Controleer of de hoofdkoppelingshendel in de stand ONTKOPPELD
staat.
ONTKOPPELD
AAN
AFTAPKRAANTJE
·····
5. MOTOR STARTEN
BRANDSTOFKRAAN
HOOFDKOPPELINGSHENDEL
ONTKOPPELD
O
O
N
N
21