Opmerking
•
Laad de batterijen voorafgaand aan het eerste
gebruik 24 uur lang op.
Waarschuwing
•
Controleer de polariteit van de batterijen
wanneer u deze in het batterijcompartiment
plaatst. Onjuiste plaatsing kan het product
beschadigen.
a De batterijen zijn vooraf in de handset
geïnstalleerd. Volg de richting van de pijl
die op de batterijtape is gedrukt en trek
de tape van de batterijklep voordat u
gaat opladen.
b Plaats de handset op het laadstation om
de handset op te laden.
Opmerking
•
Het is normaal dat de handset warm wordt
tijdens het opladen van de batterijen.
Het batterijniveau
controleren
Het batterijpictogram geeft het huidige
batterijniveau weer.
De batterij is vol en u hebt
maximaal 14 uur beltijd.
De batterij is leeg. Laad de
batterij op.
De handset wordt uitgeschakeld als de batterij
leeg is. Tijdens een telefoongesprek hoort
u waarschuwingstonen wanneer de batterij
bijna leeg is. Na de waarschuwing wordt de
verbinding verbroken.
Het land instellen
Selecteer uw land om de telefoon goed te laten
functioneren.
1
Druk op [OK] wanneer het
welkomstbericht wordt weergegeven,
selecteert u uw land en drukt u op
[SELECT] om te bevestigen.
De landinstelling wordt opgeslagen.
»
2
Stel de datum en de tijd in.
»
De telefoon is nu klaar voor gebruik.
Als u de datum en tijd later wilt
»
instellen, drukt u op [TERUG] om
deze instelling over te slaan.
NL
13