4.3
Sensor X (trajectimpulsen)
4.3.1 Mogelijke toepassingen
Sensor X dient voor bepaling van de afgelegde afstand en de snelheid. Voor elke toepassing
van het apparaat zijn er verschillende sensoren, die hierna worden beschreven.
-
Sensor X (1 voeler)
De impulsafname gebeurt via een niet aangedreven wiel of bij een 4-wielaangedreven
tractor via de cardanas (tekening A; 5-10mm afstand).
-
Sensor X met "vooruit-achteruit-evaluatie" (2 voelers)
Deze sensor is bedoeld voor gebruik aan een combine om een juiste berekening van de
oppervlakte te kunnen maken, ook wanneer de snij-inrichting tijdens gebruik een keer
vrijgetrokken moet worden (door achteruit te rijden) (4.3.5).
-
Aansluiting op de tractor-signaalstekerdoos (ISO 11786)
Als deze stekerdoos aanwezig is, kan het apparaat met een speciale adapter worden
aangesloten.
4.3.2 Sensor X - 4-wiel aangedreven tractor/MB-Trac
Montage op de MB-Trac en andere 4-wiel aangedreven tractoren (tekening A). De
afstandsimpulsen worden via de cardanas afgenomen. De montage gebeurt als volgt:
Niet de magneet met een koperen nietje aan een slangklem. Leg deze vervolgens om de
cardanas heen en trek de klem aan.
Sensor X wordt door middel van de bijgeleverde houder tegenover de magneet aan een niet-
bewegend onderdeel van de tractor gemonteerd. De sensor moet op de magneet gericht
staan. De afstand moet 5-10 mm bedragen. Tijdens het rijden moet links in de display de
ring knipperen.
4.3.3 Sensor X - tractor zonder 4-wiel aandrijving en andere machines
De magneet wordt in de velg van het tractorvoorwiel gemonteerd. Bij een wielomvang van
meer dan 2 m moeten 2 magneten gelijkmatig over de omvang worden verdeeld. De sensor
dient door middel van de meegeleverde houder zó aan een niet-bewegend onderdeel van de
tractor te worden gemonteerd, dat het einde van de sensor naar de magneet wijst (tekening
A). De afstand moet 5-10mm bedragen. Tijdens het rijden moet links in de display de ring
knipperen.
4.3.4 Sensor X - snelheidsadapter (Unimog)
De as van de kilometerteller wordt van de transmissie losgedraaid en hierop wordt de
snelheidsadapter vastgeschroefd. De as met de magneten, die voorzien is van multi-purpose-
vet, wordt met de vork naar beneden geplaatst. De as van de kilometerteller wordt aan de
adapter vastgeschroefd. Tijdens het rijden moet links in de display de ring knipperen.
Pagina - 10 -
Copyright Müller-Elektronik GmbH & Co. KG,
Montage- en gebruikshandleiding UNIMAT II (10.2012)