3.6. Aansluitmogelijkheden CAS 3 TO
De ventilatie-unit kan op verschillende manieren elektrisch worden
aangesloten.
Regel- en bedieningskast
In de regelkast van de dakventilator CAS 3.1 TO zit de print met
aansluitmogelijkheden voor een hoog/laag schakelaar of extern
0-10V signaal. Standaard is een onderdruksensor al aangesloten.
Met deze regel- en bedieningskast kunnen de signalen begrensd
worden.
ä
Let op!
De onderdruksensor kan niet in combinatie gebruikt worden
met een extern 0-10V signaal. Het externe 0-10V signaal dient in
de plaats van de onderdruksensor aangesloten te worden.
Aansluiten van externe signalen:
1.
Maak de ventilator spanningsloos.
2. Open de bedieningskast door de 4 schroeven een kwartslag te
draaien.
3. Verwijder de 3 signaaldraden van de onderdruksensor uit de
schroefterminal op de stuurprint (zie tekening).
4. Verwijder de siliconen slang van de onderdruksensor uit de
doorvoertule van de regelkast.
5. Haal de externe signaaldraad door een ongebruikte wartel of de
doorvoertule .
6. Sluit de signaaldraden aan op de 3 polige schroefterminal van
de regelprint, zie aansluitschema's voor de juiste aansluiting.
7. Sluit de bedieningskast met de 4 schroeven.
8. Breng de ventilator onder spanning.
9. Gebruik de druktoetsen om de 0-10V regeling te activeren. Zie
paragraaf Externe 0-10V regeling Hoogstand en Laagstand
instellen op pagina 29 . Dit is nodig aangezien de regelaar
standaard op de onderdrukregeling is ingesteld.
10. Gebruik de druktoetsen om de bovengrens te limiteren Zie
paragraaf Externe 0-10V regeling Hoogstand en Laagstand
instellen op pagina 29 .
11. Gebruik de druktoetsen om eventueel een klokprogramma toe
te passen. Zie paragraaf Klokprogramma activeren of
uitzetten op pagina 29 .
16
Gebruik de druktoetsen om eventueel de laagstand in te stellen
(indien het klokprogramma toegepast wordt). Zie hoofdstuk
Bediening op pagina 22 .
GND
Signal
+ 12V