4 Afspelen
Afspelen vanaf een disc
1
Druk herhaaldelijk op CD om CD als bron
te selecteren.
2
Druk op om het discstation te openen.
3
Plaats een disc in het station met het etiket
naar boven.
4
Druk op om het discstation te sluiten.
» Het afspelen wordt automatisch
gestart. Druk als dat niet het geval is
op
.
Afspelen vanaf USB
Opmerking
•
Zorg ervoor dat het USB-apparaat afspeelbare
audiobestanden bevat.
1
Druk herhaaldelijk op USB om USB als
bron te selecteren.
2
Sluit een USB-apparaat aan op de
-aansluiting.
» Het afspelen wordt automatisch
gestart. Druk als dat niet het geval is
op
.
Bediening
/
Selecteer een map.
/
Selecteer een audiobestand.
Afspelen onderbreken of
hervatten.
Hiermee stopt u het afspelen.
REPEAT
Hiermee speelt u een track of alle
tracks herhaaldelijk af.
SHUFFLE
Hiermee speelt u tracks in
willekeurige volgorde af.
NL
10
VOL +/-
Hiermee verhoogt of verlaagt u
het volume.
MUTE
Hiermee schakelt u het geluid uit
of weer in.
SOUND
Verrijk het geluidseffect met DSC:
gebalanceerd, duidelijk, krachtig,
warm en helder.
DISPLAY
De helderheid van het display
aanpassen.
Naar een andere track gaan
Voor CD's:
Druk op
/
om een andere track te
selecteren.
Voor MP3-discs en USB-tracks:
1
Druk op / om een album of map te
selecteren.
2
Druk op
/
te selecteren.
Tracks programmeren
U kunt maximaal 20 tracks programmeren.
1
Druk op PROG om de
programmeermodus te activeren.
2
Druk voor MP3-tracks op / om een
album te selecteren.
3
Druk op
/
selecteren en druk vervolgens op PROG
om uw keuze te bevestigen.
4
Herhaal stap 2 en 3 om meer tracks te
programmeren.
5
Druk op
om de geprogrammeerde
tracks af te spelen.
» Tijdens het afspelen wordt [PROG]
(programmeren) weergegeven.
• Druk als het afspelen is gestopt op
om het programma te wissen.
om een track of bestand
om een track te