Let erop, dat eventueel nieuwe en accu's die slecht behandeld zijn, in het begin slechts 30%
van hun capaciteit kunnen opnemen. Dit slechte rendement wordt getoond door een grote
laadcapaciteit (C) en een zeer kleine ontlaadcapaciteit (D). Laad deze accu's met het ALIVE-
programma. Na een paar cycli wordt de af te nemen capaciteit (D) groter.
NiCd- en NiMH-accu s moeten met C/3 tot 1C opgeladen worden.
Accuspanning
De spanning van de accu wordt in onbelaste toestand weergegeven (en kan daarom tijdens
gebruik niet nagemeten worden). Als er geen spanning U aangegeven wordt, is deze door de
oplader nog niet vastgesteld.
Toestand van de accu
Om grofweg een overzicht te krijgen van de toestand van de op te laden resp. te ontladen
accu, wordt bij deze oplader een batterijsymbool weergegeven. Dit symbool is alleen
bedoeld, om direct te zien hoe ver het laden resp. het ontladen al gevorderd is. Daarbij wordt
bij het opladen het batterijsymbool vanonder naar boven opgevuld, terwijl bij het ontladen het
symbool van boven naar beneden steeds verder leeggemaakt wordt. U kunt hieruit geen
conclusies trekken betreffende de tijd die u nog moet wachten tot aan het eind van het
programma. Als de laadtoestand van de accu nog niet is vastgesteld, verschijnt in plaats van
het batterijsymbool een vraagteken (in deze handleiding wordt het batterijsymbool principieel
met een "?" weergegeven).
Laad- en ontlaadstroom
Bij het laden en ontladen wordt de door de accu vloeiende stroom I getoond. Als er aan het
begin van het programma nog geen stroom vastgesteld is, of er na het beëindigen van het
programma (READY/ ERROR) geen stroom meer doorvloeit, verschijnt er I= 0,000A.
Tijden:
U ziet de volledige tijd in uren en minuten (TIME hh:mm) waarin de accu op- en ontladen
werd. Alleen de tijd van het bijladen (Trickle) en de pauzetijd (BREAK) worden er niet bij
opgeteld.
Als een accu bij het laden hoger dan ca. 80% van de maximale opnamecapaciteit komt,
wordt een deel van de laadstroom in warmte omgezet. Daarbij kan opwarming van de accu
optreden.
Laadsoorten
Er zijn twee verschillende laadsoorten: snelladen en POWER-MODE. Bij het snelladen is de
laadstroom ca. 350 tot 2000 mA, in de POWER-MODE wordt bij rondcellen de laadstroom
verdubbeld. Voor de twee 9V-blokaccu s heeft de POWER MODE geen betekenis (de
laadstroom blijft gelijk).
LET OP
Als de POWER MODE geactiveerd is, mogen de NiCd- en NiMH-accu's met
maximaal 1C opgeladen worden. Daarom moeten de ingelegde MICRO
(potlood)-accu's minimaal 700 mAh, MIGNON (penlite) minimaal 2000 mAh en
BABY- accu's minimaal 4000 mAh nominale capaciteit bezitten!
De totale laadstroom van deze oplader is 16 ampère. Zodra deze 16 ampère bereikt zijn,
wordt een andere ingelegde accu op BREAK (pauze) geschakeld en dan pas behandeld
nadat de totale laadstroom weer lager is (een andere accu klaar is).
9