Overzicht
Contrast
De afleeshoek van het display is afhankelijk van de standplaats van de oplader. Met het
menu "DISPLAY CONTRAST" kan bij een verhoogde of verlaagde plaats van de oplader een
goed leesbare schrift ingesteld worden.
POWER MODE
Als er nog geen accu geplaatst is kan de POWER MODE geactiveerd worden: hiermee
wordt de laadstroom verdubbeld voor de acht rondcellen.
Voor de POWER MODE moeten de ingelegde MICRO (potlood)-accu s minimaal 700 mAh,
MIGNON (penlite) min. 2000 mAh en BABY-accu s minimaal 4000 mAh bezitten!
MONO en BABY-accu s mogen in de POWER MODE uitsluitend in schacht 1 tot 4 geladen
worden.
Procedure
Accu plaatsen. Wanneer de accu niet automatisch herkend wordt, controleer dan de
polariteit.
Daarna met de SELECT-toetsen het programma instellen en bevestigen met de OK-toets.
Bij een verkeerd programma haalt u de accu er uit en legt u deze opnieuw in, voer het
programma opnieuw in.
De laadsoorten CHA, DIS, CHK, CYC en ALV kunnen gekozen worden.
Na het starten van het programma schakelt zich de, eerst langzaam draaiende, ventilator op
maximaal vermogen (hij wordt duidelijk luider).
Als de oplader de accu opgeladen heeft, verschijnt op het display READY (RDY). De accu
kan er nu uitgehaald worden.
De drie toetsen dienen tijdens de programmaprocedure voor het weergeven van de
afzonderlijke schachten en voor het instellen van het displaycontrast.
Bij een stroomuitval resp. bij het afkoppelen of uitschakelen van de oplader blijven de
gegevens en instellingen opgeslagen, mits de accu niet uitgehaald wordt.
ERROR (ERR)
Dit verschijnt, nadat een MONO- of BABY-accu in de POWER MODE in een van de
schachten 5 tot 8 ingelegd werd, of als een (niet-oplaadbare) batterij ingelegd is of als een
andere storing optreedt BREAK (BRK).
De totale laadstroom van 16A is overschreden. De accu wordt automatisch geladen, zodra
een andere accu klaar is.
16