De capaciteitsaanduiding van de fabrikant is de maximaal theoretische laadhoeveelheid die
de accu kan afgeven. Dat wil zeggen, dat een accu met 2000 mAh theoretisch bijv. twee uur
lang een stroom van 1000 mA (= 1 Ampère) kan leveren. Deze waarde is echter zeer
afhankelijk van vele factoren (toestand van de accu, ontlaadstroom, temperatuur, enz.).
Bij opladers is het begrip C-rate heel gebruikelijk. De C-rate is de stroomwaarde die bij de
oplading en ontlading normaalgesproken aangegeven wordt. Daarbij komt deze stroom-
waarde in Ampère overeen met de nominale capaciteit in Ampère-uren; d.w.z. bij een accu
met 2000 mAh is 1C = 2,0 A.
Denk eraan, dat de uithaalbare capaciteit van een accu sterk afhankelijk is van de
ontlaadstroom; hoe lager de ontlaadstroom is, des te groter de uit te halen capaciteit.
Bij deze oplader kan in het begin van een ontlaadprocedure een ontlaadstroom van 850mA
vloeien: voor een accu met 850 mAh zijn 850 mAh al 1C, waarbij voor een accu met 1700
mAh dit slechts C/2 is. Daarom zal een 1700 mAh- accu zijn 1700 mAh makkelijker bereiken
dan de 850 mAh -accu zijn 850 mAh.
De capaciteit van een accu wordt intussen door de vooraanstaande fabrikanten aangeduid
bij C/3, d.w.z. dat bijv. een 2500 mAh- accu deze 2500 mAh bij een ontlaadstroom van 850
mA (= ca. C/3) bereikt. Als een fabrikant echter bij een 2500 mAh- accu een ontlaadstroom
van C/10 aanduidt (= 250 mA), dan kunt u er van uitgaan, dat deze accu bij een ontlaad-
stroom van 850 mA geen 2500 mAh kan afgeven! Daarom is een accu met een aanduiding
van C/10 de slechtere accu.
Accu's ontladen zich in de loop van de tijd vanzelf. Deze eigenschap wordt aangeduid als
zelfontlading.
EIGENSCHAPPEN
Dit is een snellader voor nikkel-cadmium en nikkel-metaal-hydride accu's.
De microcomputergestuurde snellading laadt de accu's op tot 100%. 100% betekent
maximaal 115% van de aangegeven capaciteit bij nieuwe accu's en minder dan 100% van
de aangegeven capaciteit bij oudere accu's.
Bij accu s met een capaciteit van minder dan 500 mAh bereikt de ontlaadcapaciteit (D)
eventueel geen 100%; deze ontladingswaarde moet echter groter zijn dan 80%, anders is de
accu defect (dit kan het beste getest worden met het ALIVE- programma).
Bij deze oplader is het niet noodzakelijk te ontladen voor u begint met laden. De accu wordt
vanuit de huidige toestand tot de op dit moment mogelijke 100% geladen.
De laad- en ontlaadcyclus wordt onafhankelijk van de laadtoestand van de accu gestuurd.
De laad- en ontlaadstroom is microcomputergestuurd.
De ontlaadstroom van de oplader is met 16 mA tot 850 mA gericht op de praktijk gekozen.
De oplader bezit een automatische behoudlading.
De oplader bezit een automatische ventilatiebesturing. In de stand-by-werking loopt deze
langzaam en schakelt zich tijdens laden en ontladen van een accu automatisch op maximaal
vermogen. Als de oplader een defecte ventilator herkent worden alle programma s afge-
broken en een foutmelding (FAN-ERROR) verschijnt, de oplader reageert dan niet meer.
7