–
Het apparaat niet in een bankschroef klemmen.
Alleen op de achtkant van de flens met een pas-
sende sleutel vasthouden. Gevaar voor lekkage
aan de buitenkant.
–
Magneetkleppen met eindschakelaar en optische
positie indicatie VAS/VCS..S of VAS/VCS..G:
aandrijving niet draaibaar.
–
Reinigingswerkzaamheden, v.w.b. de mag-
neetspoel, mogen niet onder hoge druk en/
of met chemische reinigingsmiddelen worden
uitgevoerd. Dit kan leiden tot binnendringen van
vocht in de magneetspoel en gevaarlijke uitval
veroorzaken.
▷ Inbouwpositie: zwarte magneetspoel verticaal
staand tot horizontaal liggend, niet onderste-
boven. Bij een vochtige omgeving: de zwarte
magneetspoel uitsluitend verticaal staand.
▷ Het huis mag de muur niet raken. Minimale af-
stand 20 mm (0,78").
▷ Op voldoende vrije ruimte voor de montage en
de instelling letten.
▷ Afhankelijk van het type apparaat kunnen de
inlaatdruk p
, tussenruimtedruk p
u
druk p
met behulp van meetnippels worden
d
gemeten, zie pagina 8 (Meetnippels).
p
u
p
d
p
u
p
d
p
z
p
u
p
p
z
p
z
p
1 Het opgeplakte plaatje of de afsluitdop op de
u
ingangs- en uitgangsflens verwijderen.
p
d
p
z
Op de doorstroomrichting letten!
en uitlaat-
z
p
d
p
u
p
d
p
u
p
p
d
z
p
u
p
d
z
p
p
d
z
p
u
p
z
Bedraden
▷ Temperatuurbestendige kabels (> 80°C) gebrui-
ken.
1 Installatie spanningsvrij maken.
Gastoevoer afsluiten.
▷ Bedrading volgens EN 60204-1.
▷ UL-eisen voor NAFTA-markt. Om de UL-be-
schermingsklasse type 2 te handhaven, moe-
ten de openingen voor kabelwartels met UL-
toegelaten wartels van het type 2, 3, 3R, 3RX,
3S, 3SX, 3X, 4X, 5, 6, 6P, 12, 12K of 13 worden
gesloten. Gasmagneetkleppen moeten met een
veiligheidsvoorziening van max. 15 A worden
beveiligd.
M0-wartel
6
NL-3
3
Platte
afdichting
aanbrengen.
3
4
5
7
8
LV1
N
(+)
(-)
LV1
N
LV2 LV2
N
(+)
(-)
LV1
N
(+)
(-)