Kettingrem controleren
De kettingrem moet elke keer vóór werkbegin worden
gecontroleerd.
De motor zoals beschreven starten (een vellige stand innemen
en de motorzaag zodanig op de grond zetten, dat het zaagwerk
vrij staat).
De beugelgreep met één hand stovig omvatten, de andere hand
aan de handgreep.
De motor op halve toeren laten lopen en met de rug van de
hand de handbeschermer (7) in de richting van de pijl drukken
tot de kettingrem blokkeert. Nu moet de zaagketting onmiddel-
lijk tot staan komen.
De motor onmiddellijk in zijn vrij zetten en de kettingrem weer
loszetten.
Attentie: Indien de zaagketting na deze controle niet on-
middellijk tot stilstand komt, mag men in geen geval met
het werk beginnen. U moet dan de hulp van een DOLMAR
servicewerkplaats inroepen.
Instellen van de carburateur
LET OP! De instelling van de carburateur mag uitsluitend
door een DOLMAR-werkplaats gebeuren!
SERVICE
Alleen correcties via de instelschroef (S) mogen door de
gebruiker van de machine worden uitgevoerd. Als de zaag-
ketting in de vrijloop meedraait (zonder dat de gashendel
wordt bediend), moet de vrijloopinstelling absoluut worden
gecorrigeerd!
De vrijloopinstelling mag pas na de complete montage en
controle van de machine worden uitgevoerd!
Deze dient bij een warme motor, schoon luchtfilter en cor-
rect gemonteerde zaagketting te gebeuren.
De instelling met een schroevendraaier (kopbreedte 4 mm)
uitvoeren.
Vrijloop instellen
Uitdraaien van de instelschroef (S) tegen de klok in: stati-
onair toerental daalt.
Indraaien van de instelschroef (S) met de wijzers van de
klok mee: stationair toerental stijgt.
Let op! Mocht de zaagketting, ondanks de gecorrigeerde
instelling van de vrijloop, niet tot stilstand komen, dan mag
in geen geval met de machine worden gewerkt. Neem a.u.b.
contact op met een DOLMAR-werkplaats!
C
D
17