Voorpaneel (indicators)
a
OUT
i
j
1
HDMI
Gaat branden als er HDMI-signalen worden in- of uitgevoerd.
OUT
Gaat branden als er HDMI-signalen worden uitgevoerd.
2
ENHANCER
Gaat branden als Compressed Music Enhancer (p.34) is
geactiveerd.
3
CINEMA DSP
Gaat branden als CINEMA DSP (p.31) is geactiveerd.
4
STEREO
Gaat branden als het toestel een stereo FM-radiosignaal
ontvangt.
TUNED
Gaat branden als het toestel een signaal van een FM/AM-
zender ontvangt.
b
c
ENHANCER
STEREO
k
5
BLUETOOTH-indicator
Gaat branden als het toestel verbinding maakt met een
BLUETOOTH apparaat.
6
SLEEP
Gaat branden als de slaaptimer is ingeschakeld.
7
MUTE
Knippert als de audio is gedempt.
8
Volume-indicator
Geeft het huidige volume aan.
9
ECO
Gaat branden wanneer de ECO-modus (p.57) ingeschakeld
is.
0
Cursorindicators
Geeft aan welke cursortoetsen op de afstandsbediening
momenteel bediend worden.
A
Informatieweergave
Geeft de huidige status weer (zoals naam van ingang en
naam van geluidsmodus). Druk op INFO (p.28) om tussen de
weergegeven informatie te schakelen.
8
Nl
d
e
f
g
TUNED
SLEEP
MUTE
VOL.
ADAPTIVE DRC
SL
j
B
Luidsprekerindicators
Geeft de luidsprekeraansluitingen aan waarvandaan de
signalen worden weergegeven.
A
Voorste luidspreker (L)
S
Voorste luidspreker (R)
D
Middelste luidspreker
F
Surroundluidspreker (L)
G
Surroundluidspreker (R)
L
Subwoofer
C
ADAPTIVE DRC
Gaat branden als Adaptive DRC (p.45) is geactiveerd.
h
L C R
SW
SR
l
m