1 2 3 4 5 6 7 8
Audioapparaten (zoals CD-spelers) aansluiten
Sluit audioapparaten zoals CD-spelers en MD-spelers aan op het toestel. Kies een van
de volgende aansluitingen, afhankelijk van welke audio-uitgangen beschikbaar zijn op
het audioapparaat.
Audio-uitgangen op audioapparaat
Digitaal optisch
Digitaal coaxiaal
Analoog stereo
Het toestel (achterzijde)
O
OPTICAL
C
COAXIAL
L
L
R
R
AV 1–3-aansluitingen
AUDIO 1–2-
aansluitingen
Als u AV 1-3 of AUDIO 1-2 als signaalbron selecteert door op INPUT te drukken, wordt
de audio die op het audioapparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
Audio-ingangsaansluitingen op het toestel
AUDIO 1 (OPTICAL)
AV 1 (COAXIAL)
AUDIO 2 (COAXIAL)
AV 2–3 (AUDIO)
O
OPTICAL
C
COAXIAL
Audioapparaat
L
L
R
R
Audio-uitgang
(digitaal optisch, digitaal coaxiaal
of analoog stereo)
Verbinden met de aansluiting op het voorpaneel
Gebruik de AUX-aansluiting op het voorpaneel om apparaten zoals draagbare
audiospelers tijdelijk te verbinden met het toestel.
Voordat u een apparaat aansluit op het toestel stopt u de weergave op het apparaat en
draait u het volume op het toestel laag.
Het toestel (voorzijde)
DVD
INPUT
TONE CONTROL
Draagbare audiospeler
Als u "AUX" selecteert als de signaalbron door op INPUT te drukken, wordt de audio
die op het apparaat wordt afgespeeld, weergegeven vanaf het toestel.
• U moet de audiokabel gereedmaken die overeenkomt met de uitgangsaansluitingen op het apparaat.
• Zie voor details over het aansluiten van een USB-opslagapparaat "Een USB-opslagapparaat" aansluiten
(p.41).
21
Nl
BD
CD
TV
RADIO
AUX
PROGRAM
STRAIGHT
AUDIO
5V
0.5A