m SHIFT
•
Een 2- of 3-cijferig nummer invoeren
(gebruik deze toets in combinatie met
het numerieke toetsenbord).
n PROG
•
Tracks programmeren of door het
programma bladeren.
•
Hiermee programmeert u
radiozenders.
o Numeriek toetsenblok
•
Hiermee selecteert u een track
rechtstreeks vanaf een disc.
p PRESET/ALBUM +/-
•
Hiermee gaat u naar het vorige/
volgende album.
•
Hiermee selecteert u een
voorkeurzender.
q
•
Hiermee kunt u het afspelen
beëindigen of een programma wissen.
r CLOCK
•
Hiermee stelt u de klok in.
s
/
•
Snel vooruit/achteruit gaan in een
track of disc.
•
Hiermee stemt u af op een
radiozender.
t
•
Hiermee start of onderbreekt u het
afspelen.
u
/
•
Hiermee gaat u naar de vorige/
volgende track.
•
Hiermee selecteert u een
voorkeurzender.
v OPEN/CLOSE
•
Hiermee opent of sluit u het
discstation.
w SHUFFLE
•
Hiermee speelt u tracks op
willekeurige volgorde af.
x REPEAT/ST.
•
Een herhaalmodus selecteren.
•
Stereo- of monogeluid voor een FM-
radiostation selecteren.
NL
10