42
Installatie
B B e e v v e e s s t t i i g g d d e e w w a a t t e e r r s s l l a a n n g g n n i i e e t t n n a a a a r r b b e e n n e e d d e e n n g g e e r r i i c c h h t t . . B B e e v v e e s s t t i i g g d d e e s s l l a a n n g g a a l l t t i i j j d d o o n n d d e e r r
e e e e n n h h o o e e k k n n a a a a r r l l i i n n k k s s o o f f n n a a a a r r r r e e c c h h t t s s , , a a f f h h a a n n k k e e l l i i j j k k v v a a n n d d e e p p l l a a a a t t s s w w a a a a r r d d e e w w a a t t e e r r k k r r a a a a n n
z z i i c c h h b b e e v v i i n n d d t t . .
3. Breng de slang in de juiste positie door de ringmoer los te draaien. Als de
slang zich in de juiste positie bevindt, draai de ringmoer dan weer vast om
lekkage te voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-
schroefdraad. Gebruik altijd de bij de machine
geleverde slang.
De installatie moet voldoen aan de vereisten van
het plaatselijke waterleidingbedrijf en de
bouwvoorschriften. Controleer de minimale
waterdruk die vereist is voor de veilige werking
van het apparaat in hoofdstuk "Technische
gegevens".
Als u de machine niet direct op de hoofdwaterleiding aan kunt sluiten, kunt u hem
laten werken op uw opslagsysteem voor koud water. Er moet een minimale afstand
in acht worden genomen tussen het wateraanvoerpunt van het apparaat en de
bodem van het waterreservoir.
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een
beveiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt
door waterlekkage die kan ontstaan door natuurlijke
slijtage van de slang. Deze storing wordt aangegeven
door een rood vlak in venster "A". Indien dit gebeurt,
de kraan dichtdraaien en contact opnemen met onze
service-afdeling om de slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst:
O O v v e e r r d d e e r r a a n n d d v v a a n n e e e e n n g g o o o o t t s s t t e e e e n n g g e e h h a a n n g g e e n n ; ; g g e e b b r r u u i i k k h h i i e e r r v v o o o o r r d d e e b b i i j j d d e e m m a a c c h h i i n n e e
g g e e l l e e v v e e r r d d e e s s l l a a n n g g g g e e l l e e i i d d e e r r v v a a n n k k u u n n s s t t s s t t o o f f . .
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de
wasautomaat aan het leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan vastbinden
of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking dient
zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten
minste 60 cm boven de grond bevindt.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet min-
der dan 60 cm en niet meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn,
d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet
zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
A
352