11. B
EDIENINGSINSTALLATIES
De enige bediening die op de maalmachine aanwezig is, is de start- en stopschakelaar.
In het geval een noodstop noodzakelijk is, kunt u de stekker uit het stopcontact verwijde-
ren.
12. D
E MAALMACHINE INSCHAKELEN
Als alle genoemde voorbereidingen uitgevoerd zijn, kunt u de machine laten functioneren.
Steek de stekker in het stopcontact.
Druk op de startschakelaar (afb. 4 punt A).
Houd het gezicht en het lichaam op voldoende afstand van de toevoer. Zorg dat u, als u
materiaal aan de machine voert, zich op dezelfde hoogte als de machine bevindt.
Breng het te malen materiaal aan in de vultrechter. Breng nooit materiaal aan als de motor
stilstaat of langzaam draait.
In het geval van overbelasting grijpt de beschermingsinstallatie in en wordt de motor uit-
geschakeld. In dit geval kan de machine pas na een aantal minuten (1-3 minuten) worden
opgestart.
Als de slang verstopt is geraakt door, bijvoorbeeld, een te grote hoeveelheid bladeren,
duw ze dan naar met een houten stok naar beneden.
Als de maalkamer verstopt is, kan het materiaal de messen niet bereiken. Duw in dit geval
het materiaal met een houten stok naar beneden.
Gebruik nooit uw handen om een verstopping of een mogelijke ophoping van aangevoerd materi-
Schakel de motor uit als het uitstootkanaal verstopt geraakt is: dit probleem doet zich
normaal gesproken voor als het materiaal te vochtig is. Koppel de machine los, reinig het
uitstootkanaal en hervat de arbeid. De uitstoot moet altijd vrij zijn. Bewaar een minimum
afstand met het opgehoopte gemalen materiaal om te voorkomen dat de machine uitge-
schakeld wordt.
De messen moeten worden geslepen als de snij-installatie beschadigd geraakt is of als
het materiaal niet voldoende gesneden wordt.
Dek het ventilatierooster van de motor nooit af met te malen materiaal.
We raden u aan om na het gebruik de machine te reinigen.
LET OP
aal te verwijderen.
LET OP
14