Inhoudsopgave
Advertenties
10. H
ANDELINGEN VOOR DE INSCHAKELING
Plaats de maalmachine in de buitenlucht op een genivelleerde en voldoende stevige on-
dergrond. Controleer:
- Visueel de staat van de messen;
- Dat de snijkamers leeg zijn;
- Dat alle schroeven en met name degene die de snijmessen bevestigen stevig aange-
draaid zijn;
- Dat de toevoerslang goed afgesloten is en dat hij stevig op het lichaam van de machine
steunt en hieraan vastgehaakt is.
- Dat alle veiligheidsinstallaties stevig vast zitten.
De gebruiker is verplicht te zorgen voor een passende schakelaar op de elektrische lijn
voor de machine. Hij moet tevens zorgen voor doeltreffende beschermingen tegen over-
belasting/indirecte contacten.
Controleer op het moment van de aansluiting:
•
Dat het elektrische netwerk overeenstemt met de vereiste voltages en frequenties: een
verkeerde spanning kan de machine beschadigen;
•
Dat het elektrische netwerk voorzien is van een passende aardeinstallatie.
De minimum doorsnede van de conductoren in de voedingskabel zijn aangegeven in de
tabel hieronder (in verhouding tot de lengte). De machine mag niet worden gebruikt als de
voedingskabel niet in perfecte conditie verkeerd of als hij niet voldoet aan de aangegeven
doorsnede en lengte.
Voltage (V)
Lengte van de
Vermogen
kabel (m)
(kW)
Vermogen
(PK)
25
50
D. conducto-
ren (mm²)
75
100
In het geval dat de maalmachine gevoed wordt met driefasestroom (mod. BT 30), raden
we u aan om de rotatierichting van de motor te controleren op het moment dat u hem
aansluit door een tak in de toevoerslang te steken. Als de tak niet naar binnengezogen en
dus niet gesneden wordt, moet u de rotatierichting omkeren. Een sticker met een pijl op
het lichaam van de maalmachine geeft de rotatierichting aan.
Raadpleeg een elektricien in het geval van twijfel, voordat u de machine aansluit.
Verzeker u ervan, voordat u de maalmachine inschakelt, dat er geen personen in de na-
bijheid aanwezig zijn en dat de trog en de toevoerslang leeg zijn.
Voorkom dat personen en met name kinderen tijdens de functionering de machine bena-
deren. De gebruiker is verantwoordelijk voor de verwonding van derden binnen de functi-
oneringszone van de maalmachine. De maalmachine is spatwaterbestendig: voorkom dat
waterstralen direct op de motor gericht worden. Controleer regelmatig dat de voedingska-
bel niet beschadigd of onklaar gemaakt is.
Schakel de motor uit en verwijder de stekker uit het stopcontact alvorens u de machine
achterlaat.
220
220
2,2
2,6
3,0
3,5
1,5
2
3
4
4
5
5
6
13
380
3,0
4,0
1,5
1,5
2
2,5
Advertenties
Inhoudsopgave
