Hoofdstuk 14: Apparaatbeheer
Het is belangrijk dat u zich ervan bewust bent dat verschillende ATM- en POS-systemen en
andere tekstgenererende apparaten verschillende protocollen gebruiken. Neem daarom contact
op met uw lokale technische ondersteuning of verkoopmedewerker voor meer informatie.
De RS-232-poort configureren
Gebruik het RS-232-menu onder
baudsnelheid, databits, stopbits, pariteit, transportbesturing en interface te configureren.
Afbeelding 23: Het venster RS-232 instellen
Tabel 8: Beschrijving van het RS-232-instellingenvenster
Optie
1.
Baudsnelheid
2.
Databit
3.
Stopbit
4.
Pariteit
5.
Transportbesturing
6.
Interface
96
Apparaatbeheer
Beschrijving
Hiermee wordt de snelheid van de gegevensoverdracht gemeten.
De standaardwaarde is 115200.
Een bit is het kleinste deel van de gegevens in een serieel communicatiebericht.
Een databit is de bit die de informatie bevat, in tegenstelling tot de startbit en de
stopbit. De standaardwaarde is 8.
Stopbits markeren het einde van een overdracht van een serieel communicatiebericht.
De standaardwaarde is 1.
De methode die gebruikt wordt voor het detecteren van fouten in het aantal bits die
overgedragen worden. De standaardwaarde is None (Geen).
De transportbesturing is het proces waarbij de gegevensoverdracht gereguleerd is,
zodat de gegevens niet te snel voor het ontvangstproces aankomen. De
standaardwaarde is None (Geen).
Selecteer een van de drie manieren waarop de RS-232-poort kan worden gebruikt:
ProBridge: POS- en ATM-tekstinvoegingen ondersteund via de ProBridge-accessoire
aangesloten op de RS-232-poort. Zie "Tekstinvoeging" op pagina 95 voor meer
informatie.
Challenger: NTP-tijdsynchronisatie wordt ondersteund voor externe apparaten via de
RS-232-poort.
Technische ondersteuning: Consolemodus.
om de RS-232-parameters zoals
TruVision NVR 70 Gebruikershandleiding