Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Ptz-Domecamera Bedienen - Interlogix TruVision NVR 70 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 5: Live-weergave

Een PTZ-domecamera bedienen

Via de webbrowserinterface kunt u de PTZ-functies van een domecamera bedienen. Klik op
een PTZ-domecamera en gebruik de PTZ-besturing op de interface om de PTZ-functies te
bedienen.
Als de weergave de multiview-indeling heeft, wordt voor de geselecteerde camera
overgeschakeld naar de volledige schermindeling. Zie Afbeelding 5 op pagina 24 voor een
beschrijving van het PTZ-bedieningspaneel.
Afbeelding 5: PTZ-bedieningspaneel
Presets
Presets zijn eerder gedefinieerde locaties van een PTZ-domecamera. Hiermee kunt u de PTZ-
domecamera snel naar een gewenste positie verplaatsen. Presets worden bediend vanaf het
PTZ-paneel in de live-weergave. U kunt maximaal 255 presets voor een camera instellen.
Presets worden opgeslagen in de camera en niet op de recorder. De presets worden op het
scherm geïdentificeerd zodra ze zich voordoen.
U roept als volgt een preset op:
1. Klik in de live-weergave op de knop PTZ-/videoparameters om het PTZ-bedieningspaneel
te openen. Selecteer de gewenste camera in de lijst met camera's.
2. Klik op de knop Preset in het onderste deel van het PTZ-bedieningspaneel voor een lijst
met alle presets.
24
1. Richtingstoetsen/toetsen voor automatisch scannen:
Hiermee kunt u de beweging en richting van de PTZ-
camera regelen. De middelste knop wordt gebruikt om het
automatisch draaien van de PTZ-domecamera te starten.
2. Pas de snelheid van de PTZ-domecamerabeweging aan.
3. Stel de zoom-, diafragma- en scherpstellingswaarden in.
4. Schakel de cameralamp in of uit (niet in gebruik).
5. Lensinitialisatie: Het objectief van een camera met een
gemotoriseerd objectief, zoals PTZ- of IP-camera's,
initialiseren. Gebruik deze functie om de nauwkeurigheid
van de scherpstelling van het objectief over langere
perioden te behouden.
6. Start of stop de cameraveger (niet in gebruik).
7. Extra scherpstellen: Het cameraobjectief automatisch
scherpstellen voor het scherpste beeld.
8. Geselecteerde preset/traject/schaduwtraject starten
(afhankelijk van geselecteerde functie).
9. Opsomming van beschikbare presets.
10. Opsomming van beschikbare presettrajecten.
11. Opsomming van beschikbare schaduwtrajecten.
12. Voor het wijzigen van de waarden voor helderheid,
contrast, verzadiging en tint.
TruVision NVR 70 Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave