3.3.3
A-tArE
CHAIn.tr
A.CL-tr
3.3.4
AZM
3.3.5
ON/OFF
3.3.6
VIbrAt
LOW
MEd
HIGH
PrOCESS
UNIVEr
dOSING
StAbILI
FASt
StAndrd
PrECISE
3.3.7
SUrE?
22
TARRA – tarrafunctie
Automatisch tarreren in-/uitschakelen
Volgende tarra in-/uitschakelen
Automatisch tarreren met automatisch wissen van het tarragewicht bij het ontlasten
van de weegschaal in-/uitschakelen
ZERO – automatische nulnasporing
Dit menupunt verschijnt niet bij geijkte weegschalen.
Automatische nulnasporing in-/uitschakelen en nulstelbereik kiezen.
Mogelijke instellingen: OFF (uitgeschakeld), 0,5 d; 1 d; 2 d; 5 d; 10 d
RESTART – automatische opslag van nulpunt en tarrawaarde
Als de functie "Herstarten" ingeschakeld is, worden het laatste nulpunt en de
tarrawaarde opgeslagen. Na het in-/uitschakelen of na een stroomonderbreking
werkt het apparaat met het opgeslagen nulpunt en tarrawaarde verder.
FILTER – aanpassing aan de omgevingsomstandigheden en aan de weegmethode
Aanpassing aan de omgevingsomstandigheden
•
Zeer rustige en stabiele omgeving. De weegschaal werkt zeer snel, maar is
gevoelig voor externe invloeden.
•
Normale omgeving. De weegschaal werkt met gemiddelde snelheid.
•
Onstabiele omgeving. De weegschaal werkt langzamer, maar is ongevoelig voor
externe invloeden.
Aanpassing aan het weegprocédé
•
Universele instelling voor alle weegmethoden en normaal te wegen goed
•
Doseren van vloeibaar en poedervormig te wegen goed
Aanpassing van de weegsnelheid
•
De weegschaal werkt zeer snel.
•
De weegschaal werkt met gemiddelde snelheid.
•
De weegschaal werkt met de hoogst mogelijke reproduceerbaarheid.
Hoe trager de weegschaal werkt, hoe hoger de reproduceerbaarheid van de
weegresultaten is.
RESET – weegschaalinstellingen terug op fabrieksinstellingen zetten
Veiligheidsvraag
•
Met
weegschaalinstellingen terug op fabrieksinstellingen zetten
•
Met
weegschaalinstellingen niet terugstellen