4 Installatie
4.2.3
Afvoer voorzien
Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.
Wanneer de unit in koelstand staat, kan er zich ook condens in het
hydrodeel. Bij het aanleggen van de afvoer, zorg er daarom voor dat
de volledige unit van een afdakje voorzien is.
OPMERKING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat het
afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen als de unit in
een koud klimaat is geïnstalleerd.
Afvoergaten (afmetingen in mm)
160
D
E
38
D
D
71
262
416
595
A
Uitblaaszijde
B
Afstand tussen verankeringspunten
C
Onderkant frame
D
Afvoergaten
E
Uitduwgat voor sneeuw
OPMERKING
Als de afvoeropeningen van de buitenunit geblokkeerd
worden door een installatiebasis of het oppervlak van de
vloer, moet u de unit hoger plaatsen zodat er een vrije
ruimte van meer dan 150 mm onder de buitenunit ontstaat.
Sneeuw
In gebieden waar het sneeuwt, kan de sneeuw zich opstapelen en
bevriezen tussen de warmtewisselaar en de buitenplaat. Hierdoor
kan het werkingsrendement afnemen. Om dit te voorkomen:
1 Boor (a, 4×) en verwijder het gat (b).
4× Ø6 mm
b
2 Verwijder de ruwe oneffenheden en verf de randen en de zones
rond de randen met reparatieverf om roestvorming te
voorkomen.
4.2.4
Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan
omvallen
Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doen
overhellen, neem dan de volgende maatregelen:
Installatiehandleiding
8
A
620
261.5
119
B
D
D
C
a b
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2 kabels over de buitenunit.
3 Steek een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te
voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast en span de kabels op.
4.3
De waterleidingen aansluiten
4.3.1
De waterleidingen aansluiten
OPMERKING
Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen
aansluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit
veroorzaken. Zorg dat het aanhaalkoppel NOOIT meer dan
30 N•m bedraagt.
Er zijn 2 afsluiters voorzien voor service en onderhoud. Monteer de
afsluiters op de wateringang en -uitgang voor ruimteverwarming. Let
op hun stand: de ingebouwde aftapkranen voeren alleen die kant
van het circuit af waar ze staan. Om alleen de unit af te kunnen
laten, zorg ervoor dat de aftapkranen zich tussen de afsluiters en de
unit bevinden.
a
b
a
Waterinlaat
b
Wateruitlaat
1 Schroef de moeren van de buitenunit vast op de afsluiters.
2 Sluit de lokale leidingen aan op de afsluiters.
3 Indien de optionele tank voor warm tapwater aangesloten moet
worden, zie de installatiehandleiding van de tank voor warm
tapwater.
OPMERKING
Monteer een manometer in het systeem.
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
EBLQ+EDLQ011~016CA3V3+W1
4P537990-1 – 2018.05