4 Installatie
a
b
e
c
d
d
a
Buitenunit
b
Warmtewisselaar
c
Pomp
d
Afsluiter
e
Back-upverwarmingskit
f
Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
g
Omloopklep (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3
Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
T1...3
Individuele kamerthermostaat (optioneel)
M1...3
Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus
FHL1...3 (ter plaatse te voorzien)
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming)
in
de
installatie
omstandigheden.
OPMERKING
Indien glycol in het watercircuit werd toegevoegd en de
temperatuur van het watercircuit is laag, zal het debiet
NIET op het scherm van de gebruikersinterface worden
weergegeven. In dat geval kan het minimum debiet met
een pomptest worden gecontroleerd (controleer of storing
7H NIET op het scherm van de gebruikersinterface wordt
weergegeven).
OPMERKING
Wanneer
de
circulatie
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Zie de uitgebreide handleiding voor de installateur voor meer
informatie.
Minimum nodig waterdebiet
20 l/min
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op
pagina 21.
3.3
De elektrische bedrading
voorbereiden
3.3.1
Overzicht van de elektrische verbindingen
voor de uitwendige en inwendige
stelmotoren
Onderde
Beschrijving
el
Elektrische voeding van de buitenunit
1
Elektrische voeding
voor buitenunit
Installatiehandleiding
6
f
g
T1
T2
T3
M1
M2
M3
FHL1
FHL2
FHL3
gegarandeerd
is
in
alle
in
alle
of
bepaalde
"6.2 Checklist
Draden
Maximumstr
oom in
functie
(a)
2+GND
Onderde
Beschrijving
el
2
Elektrische voeding
met normaal kWh-tarief
Gebruikersinterface
3
Gebruikersinterface
Optionele apparatuur
4
Afstandbuitensensor
Ter plaatse te voorziene onderdelen
5
Pomp voor warm
tapwater
6
Bediening van de
ruimteverwarming/-
koeling (of afsluiter)
Doorverbindingskabel
7
Doorverbindingskabel
tussen de buitenunit en
de regelkast
(a)
Zie naamplaatje op buitenunit.
(b)
Kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; maximumlengte:
500 m. Geschikt om zowel de enkele gebruikersinterface
als de dubbele gebruikersinterface aan te sluiten.
(c)
Minimum kabeldoorsnede 0,75 mm².
(d)
Kabeldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; maximumlengte:
20 m.
(e)
Indien klepkit EKMBHBP1 een onderdeel van het systeem
is, dan moet de kabeldoorsnede 0,75 mm² bedragen.
Indien klepkit EKMBHBP1 GEEN onderdeel van het
systeem is, dan moet de kabeldoorsnede minimum
0,75 mm² bedragen.
OPMERKING
Meer technische specificaties van de verschillende
verbindingen staan vermeld op de binnenzijde van de
buitenunit.
4
Installatie
4.1
De units openen
4.1.1
De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
Draden
Maximumstr
oom in
functie
2
6,3 A
(b)
2
(c)
2
(c)
2
(e)
2
(d)
2
EBLQ+EDLQ011~016CA3V3+W1
4P537990-1 – 2018.05