WELL PUMPS
De stuwbuis mag in geen geval enige kracht op de geïnstalleerde motorpompgroep uitoefenen (gewicht,
spanning, trillingen...). Veiligheidshalve plaatst u tussen de geïnstalleerde motorpompgroep en de stuwbuizen
een soepele slang tussen deze beide componenten.
6.6.
Bevestiging van de stroomvoedingskabel aan de stuwbuizen.
Tijdens het installeren van de motorpompgroep in de put is het belangrijk dat de stroomvoedingskabel om de
drie meter aan de stuwbuis wordt vastgemaakt (met een clip nr. 1), beginnende juist boven de eerste
bevestiging van de pomp aan de stuwbuis en wel meteen van zodra de pomp in de put wordt neergelaten. De
spanclips moeten stevig aangespannen zijn zodat de stroomvoedingskabel in geen geval mee in de put gesleurd
zou worden door zijn eigen gewicht.
6.7.
Elektrische aansluiting (motor)
Tijdens de elektrische installatiewerkzaamheden moeten alle nationale en regionale voorschriften
nauwgezet in acht worden genomen, en minstens conform de norm IEC 64.
6.7.1
Algemeen
-
Vergelijk de feitelijke netspanning met de referentiegegevens van de motor.
-
Ter beveiliging van de motor raden wij het gebruik van een thermomagnetisch relais aan
-
Is er een aardlekstroomrelais voorzien, dan mag dit enkel in de motorstroomkring worden gemonteerd.
6.7.2. Startkast
Voor afstandsbediening van de pomp door middel van een drukschakelaar, vlotterschakelaar, enz. raden wij
aan dat u een stroomkast met ingebouwd motorbeveiligingsrelais voorziet op de kontactor van de
motorpompgroep. De beveiliging tegen overbelasting moet worden geregeld op de bedrijfsstroomkring. Een
stroommeter is sterk aan te raden.
6.7.3. Eenfasige aansluiting.
Voor aansluiting op het stroomnet kunt u een stroomkast gebruiken die
door ons kan worden geleverd. We wijzen er evenwel op dat dit type
eenfasige motor een aanloopcondensator vereist. Naargelang van het
motortype kunnen we identificeren:
1.
motor
2.
stroomvoedingskabel
3.
klem
4. startkast
5. zekering
Figuur 3: bedrading voor één-fasige PSC motor van 0,37 – 3,7 kW/50 Hz
6.7.4. Aansluiting voor driefasige motor (3 )
In dit geval kunt u de startkast gebruiken die u bij ons kunt bestellen.
Voer de aansluiting uit conform figuur 4.
1. motor
2. stroomvoedingskabel
3. identificatie van de geleiders
4. startkast
5. hoofdfasen
PE. aardgeleider (geel/groen)
Figuur 4: bedrading voor driefasige motoren.
NL
B: zwart
Y: blauw
R: bruin
WP/JVG/1.0/01.05.04
5
L1 N
4
PE
B
Y
R
3
2
1
M
1~
L1
L2
L3
5
4
PE
U
V
W
3
2
1
M
3~
9