WP/JVG/1.0/01.05.04 WELL PUMPS Alvorens de motorpompgroep te installeren dient u de technische gegevens, vermeld op ATTENTION de identificatieplaatjes van pomp en motor, in de onderstaande tabel in te vullen. Identificatieplaatje van de pomp Type: Serienr.: m³/h 1/min Frequentie F (*)
2 van deze handleiding te kopiëren voordat u de pomp in bedrijf stelt. 1.3. Geluidsniveau Het geluidsniveau van WPS®-pompen met Franklin Electric-motor is lager dan 70 dB(A). 2. VEILIGHEID Deze handleiding bevat de basisinstructies die u tijdens opstelling, bedrijf en onderhoud in acht dient te nemen.
ATTENTION stroomkabel! Vervoer en behandeling van de eenheid moeten steeds op de juiste wijze gebeuren. De motor van de WPS®- pomp wordt geleverd in een verpakking die doorbuiging onmogelijk maakt en ook andere beschadigingen tijdens vervoer en/of opslag voorkomt. Prioritair bij het uitpakken van de eenheid is een controle van de verpakking op mogelijke beschadigingen of vochtsporen.
(rubbergedeelte …). De motor werd gevuld met een antivriesvloeistof, goed voor opslag en vervoer bij temperatuurwaarden tot –30 °C. Deze instructies gelden voor alle WPS®-pompen met Franklin Electric-motor. Als de WPS®- pompen met andere motoren worden gecombineerd, houdt u er rekening mee dat de specifieke gegevens voor die andere motortypes kunnen afwijken van de gegevens in deze handleiding.
5.4. Installatiegegevens 5.4.1. Locatiedetails De dompelmotor van de WPS®-pomp is bij uitstek ontworpen voor verticale opstellingen in diepe putten met geringe diameter, kleine waterbekkens en reservoirs. Omdat er geen enkel onderhoud vereist is en de motor pas kan werken zodra hij volledig in het water is ondergedompeld, is er ook geen speciale aanpassing van gebouwen of voorkamers.
Dit kan de warmteafvoer van de motor verhinderen, met alle risico’s vandien. 5.4.2. Typische kenmerken van het water De WPS-pomp is bestemd voor het verpompen van water met de volgende karakteristieken: Temperatuur: tot +30 °C (voor hogere temperatuurwaarden raadpleegt u de fabrikant) Hoeveelheid zand: tot maximaal 50 g/m³...
Het eerste paar steunklauwen wordt bevestigd aan de eerste stuwbuisverbinding, vlak onder de eerstvolgende (hogere) buisverbinding. Vervolgens wordt de WPS®-pomp met dit eerste paar klauwen tot boven de put gebracht en vervolgens met behulp van dit paar klauwen in de put neergelaten totdat de klauwen op de putrand rusten.
WP/JVG/1.0/01.05.04 WELL PUMPS De stuwbuis mag in geen geval enige kracht op de geïnstalleerde motorpompgroep uitoefenen (gewicht, spanning, trillingen…). Veiligheidshalve plaatst u tussen de geïnstalleerde motorpompgroep en de stuwbuizen een soepele slang tussen deze beide componenten. 6.6. Bevestiging van de stroomvoedingskabel aan de stuwbuizen.
7.1.5. Gebruik met gesloten klep. De WPS®-pomp mag nooit langer dan 5 minuten met gesloten klep draaien. Dit zou leiden tot een opwarming van het verpompte water, en de snelle warmtetoename zou dan worden overgegeven naar de motor en dus ook naar de motorwikkeling die daardoor beschadigd kan raken.
WP/JVG/1.0/01.05.04 WELL PUMPS 9. PROBLEMEN: OORZAKEN EN OPLOSSINGEN OORZAAK OPLOSSING 9.1. De pomp geeft geen of vrijwel geen waterdebiet meer. Regelklep gesloten of verstopt. Inspecteer de regelklep. De pomp draait niet langer in de juiste draairichting Verwissel onderling de aansluiting van de twee (enkel voor 3-fasentypes) stroomvoedingsfasen.
WP/JVG/1.0/01.05.04 WELL PUMPS 11. KABELDOORSNEDE Kabels voor onderwaterpompen moeten beantwoorden aan de technische vereisten voor onderwatergebruik. De afmetingen voor kabel en geleiders zijn afhankelijk van de werkingstemperatuur en moeten voldoende spanning naar de motor voeren. 11.1. 4-duimse dompelmotoren 11.1.1. Eenfasige motor: max. lengte van de koperen kabel Motorvermogen Kabeldoorsnede in [mm²] per geleider...