OPSTARTEN VAN DE KETEL
Voorwaarden
•
Alle aansluitingen zijn uitgevoerd
•
Elektrische voeding aan
•
Stookolietoevoer verbroken
•
Sanitaire en verwarmingskringen gevuld met water
Procedure
1.
Hoofdschakelaar in de stand "ON".
2.
Verwarmingsregeling naar rechts draaien op de gewenste temperatuur.
3.
De ingestelde temperatuur van de omgevingsthermostaat verhogen (indien voorzien).
Als de laadpomp van de ketel niet werkt, kan dat tot schade aan het
toestel en tot een vermindering van de levensduur leiden.
4.
Controleer of de laadpomp werkt door een hand erop te plaatsen en deblokkeer de pomp
als dat nodig is.
Taken achteraf
•
De verbranding instellen, zie hieronder.
INSTELLEN VAN DE VERBRANDING
Voorwaarden
•
Ketel in werking
Procedure
1.
Verwijzen naar de technische handleiding van de brander.
2.
Regel het CO2-gehalte binnen een bereik van 13 tot 14 % door de stookoliedruk
en luchtklep af te stellen zoals beschreven in de paragraaf over de
inbedrijfstelling van de brander (zie handleiding van de brander).
3.
Controleer de temperaturen en het CO-gehalte ter hoogte van de meetopening
(zie hieronder).
Taken achteraf
•
Plaats de dop na de controle terug op de meetopening.
•
De installatie van de verwarmingskring nogmaals ontluchten en water (1,5 bar) bijvullen.
•
Sequentie herhalen tot het totaal ontluchten van de verwarmingskring.
NL
Opstarten
Ø < 30 mm
Meetopening voor verbrandingsproducten
BNe 2 Condens: 664Y5900 • E
33