Schouwaansluiting - ACV BNe 2 Installatie, Gebruik En Onderhoud
Verberg thumbnails
Zie ook voor BNe 2:
- Installatie-, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften (37 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
SCHOUWAANSLUITING
Werking afhankelijk van de omgevingslucht
(Installatie van het type B23)
Voor de ventilatie van de montageruimte moet u — overeenkomstig de regelgeving inzake
verbranding — een ventilatieopening van minstens 150 cm² naar de buitenlucht voorzien of een
verbinding met andere ruimtes tot stand brengen voor de toevoer van verbrandingslucht.
Om een maximaal akoestisch comfort te
bereiken, raden we het volgende aan:
- plaats de ketel op een massieve
ondergrond (bijv : dalle en béton),
betonplaat) in plaats van op een holle
sokkel (bijv: betonblokken); deze laatste
kan immers een resonatievolume
veroorzaken.
- zorg voor de ontkoppeling tussen de
verwarmingsketel en de hydraulische kring
van de installatie door een slangaansluiting
op de aanvoer- en retourkring te plaatsen
en door ervoor te zorgen dat deze
slangaansluitingen niet uitgerekt of
verdraaid zijn.
- aarzel niet om de diameter van de
rookgaskanalen (minimumdiameter 80
mm) te verhogen.
- zorg voor de ontkoppeling tussen de
afvoerkring van de rookgassen en de
muren van het schouwkanaal door soepel
isolatiemateriaal aan te brengen tussen
het kanaal en de muur; zo voorkomt u dat
de vlam tijdens de werking van de ketel
onvermijdelijke trillingen kan overdragen
op de muren.
Meetopening
De metingen van de rookgassen worden
uitsluitend uitgevoerd ter hoogte van de
meetopening.
Tijdens de normale werking van de ketel
moet deze opening altijd afgesloten zijn.
NL
Installatie
B 23
BNe 2 Condens: 664Y5900 • E
L
27
Advertenties
Inhoudsopgave
