● Voor drinkwaterleidingen de bepalingen van EN 806 en
DIN 1988 in acht nemen.
● Daikin Altherma EHS(X/H) Vlakbij de plaats van gebruik
installeren, zodat geen circulatieleiding nodig is. Als deson-
danks een circulatieleiding nodig is, moet deze overeen-
komstig het schema in hoofdstuk 8 "Hydraulische systeem-
koppeling" geïnstalleerd worden.
3.3.1 Hydraulische leidingen aansluiten
Voorwaarden: Optioneel accessoire (bijv. Solar, Backup-Heater)
is volgens de meegeleverde handleidingen Daikin Altherma
EHS(X/H) gemonteerd.
● Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6 bar).
– Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een druk-
regelaar worden gemonteerd.
● Hydraulische aansluitingen aan de Daikin Altherma
EHS(X/H) aansluiten.
– U vindt de locatie van de verwarmingsaansluitingen
afb. 3-1 / afb. 3-2, dimensie uit tab. 2-1.
–
Voorgeschreven draaimoment respecteren
(zie hoofdstuk 9.3 "Draaimomenten").
– De leidingen zodanig plaatsen dat na montage de geluid-
dempende kap eenvoudig kan worden geplaatst.
– Wateraansluiting voor het vullen of navullen van het ver-
warmingssysteem volgens EN 1717 uitvoeren, om ver-
ontreiniging van het drinkwater door terugstroming te ver-
hinderen.
● Aflaatleiding aan veiligheidsoverdrukventiel en membraanex-
pansievat volgens EN 12828 aansluiten.
● Buisleidingen zorgvuldig afdammen tegen warmteverlies en
ter vermijding van condensatievorming (dam minstens 20 mm
dik)
– Beveiliging tegen watertekort: De druk- en temperatuurbe-
waking van de regeling schakelt de Daikin Altherma
EHS(X/H) bij watertekort veilig uit. Op de bouwplaats is ver-
der geen beveiliging voor watertekort vereist.
– Schade door afzettingen en corrosie vermijden: Ter ver-
mijding van corrosieproducten en afzettingen, de desbetref-
fende regels van de techniek in acht nemen.
Minimumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
– Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als cal-
ciumcarbonaat): ≤ 3 mmol/l
– Geleidingsvermogen: ≤ 2700 μS/cm
– Chloride: ≤ 250 mg/l
– Sulfaat: ≤ 250 mg/l
– pH-waarde (verwarmingswater): 6,5 - 8,5
Bij vul- en aanvulwater met een hoge totale hardheid of andere
eigenschappen die afwijken van de minimumvereisten, moeten
er maatregelen voor het ontzouten, ontharden, stabiliseren van
de hardheid of andere gepaste conditioneringsmaatregelen
worden genomen om de vereiste waterkwaliteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Bij warmwatertemperaturen boven 60 °C bestaat
gevaar voor brandwonden. Dit kan optreden bij zonne-
energie, bij een aangesloten externe verwarming,
wanneer de legionella-beveiliging is geactiveerd, of
als de ingestelde temperatuur van het warme water op
hoger dan 60 °C staat. Boilerreservoir resp. verwar-
mingsinstallatie pas ledigen
● Verbrandingsbescherming (warmwatermenger
(vb. VTA32) inbouwen.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014
3
x
Montage en installatie
● Afvoerslang met de aansluiting van de veiligheidsoverloop
(afb. 2-2 tot afb. 2-5, pos. 23) verbinden.
– Transparante afvoerslang gebruiken (uittredend water
moet zichtbaar zijn).
– Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende
inhoud aansluiten.
– Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.
Afb. 3-6
Montage afvoerslang aan de veiligheidsoverloop
3.4 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensge-
vaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
● Voor werken aan onder stroom staande onder-
delen, alle stroomkringen van de installatie van de
stroomvoeding scheiden (externe hoofdscha-
kelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen
onbedoeld opnieuw inschakelen beveiligen.
● Uitsluitend elektrotechnisch gekwalificeerde
vakmensen mogen de aansluitingen op het
elektriciteitsnet realiseren en werkzaamheden aan
elektrotechnische onderdelen uitvoeren onder het
inachtnemen van de toepasselijke normen en
richtlijnen, evenals van de aanwijzingen van het
elektriciteitsdistributiebedrijf.
● Breng toestelkappen en onderhoudluiken na
voltooiing van de werkzaamheden onmiddellijk
weer aan.
LET OP!
In de regelingbehuizing van de Daikin Altherma
EHS(X/H) kunnen er bij een draaiend systeem hoge
temperaturen ontstaan. Dit kan ertoe leiden dat
stroom voerende draden door opwarming hogere
temperaturen kunnen bereiken tijdens werking. Deze
leidingen moeten daarom een continue gebruiks-
temperatuur van 90 °C hebben.
● Voor volgende aansluitingen alleen kabels met
een continue gebruikstemperatuur van ≥ 90 °C
gebruiken:
– Warmtepompbuitentoestel
– Optie: Elektrische aanjaagverwarmer
(EKBUxx)
Installatie- en onderhoudshandleiding
17