3
x
Montage en installatie
Afb. 3-5
Opstelling (weergegeven op Daikin Altherma EHS(X/H)...P50A
met inbouw van de optionele aanjaagverwarmer)
Installatie- en onderhoudshandleiding
16
3.3 Wateraansluiting
LET OP!
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) op een verwar-
mingssysteem wordt aangesloten waarin buizen,
stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie
beveiligde buizen voor vloerverwarming voorkomen,
is het mogelijk dat slib, spaanders of vijlsel in de warm-
waterboiler terechtkomen en verstopping, plaatse-
lijke oververhitting en corrosieschade veroorzaken.
● Toevoerleidingen voor het vullen van de warmte-
wisselaar spoelen.
● Het warmtedistributienet doorspoelen (in een
bestaand verwarmingssysteem).
● Vuilfilter of slibafscheider in de verwarmingsleiding
inbouwen (zie hoofdstuk 1.5.5).
LET OP!
Als de Daikin Altherma EHS(X/H) op een toevoerleiding
voor koud water wordt aangesloten waarin buislei-
dingen uit staal zijn gebruikt, kunnen vijlselresten in de
roestvrij stalen ribbelpijpen van de warmtewisselaar te-
rechtkomen en daarin blijven liggen. Dit leidt tot
contact-corrosieschade en zodoende tot lekken.
● Toevoerleidingen voor het vullen van de warmte-
wisselaar spoelen.
● Vuilfilter in de toevoerleiding voor koud water
inbouwen (zie hoofdstuk 1.5.5).
ALLEEN DAIKIN ALTHERMA EHS(X/H)B
LET OP!
Als er op de warmtewisselaar voor het vullen van de
boiler van het onder druk staande zonne-energiesy-
steem (afb. 3-1 / afb. 3-2, pos.8+9) een extern ver-
warmingsapparaat (vb. houtketel) wordt aange-
sloten, kan door een te hoge aanvoertemperatuur aan
deze aansluitingen de Daikin Altherma EHS(X/H)B be-
schadigd of vernietigd worden.
● De aanvoertemperatuur van het externe verwar-
mingsapparaat op max. 95 °C begrenzen.
Volgens EN 12828 moet een veiligheidsventiel op de, of
in de onmiddellijke omgeving van de warmtegenerator
worden gemonteerd, waarmee de maximale toegestane
bedrijfsdruk in de CV-installatie kan worden begrensd.
Tussen warmtegenerator en veiligheidsventiel mag zich
geen hydraulische vergrendeling bevinden.
Eventueel uitstromende damp of of eventueel uitstro-
mend verwarmingswater moet via een geschikte, met
permanente hellingen uitgevoerde aflaatleiding vorst-
bestendig, gevaarloos en waarneembaar kunnen wor-
den afgevoerd.
Op de Daikin Altherma EHS(X/H) moet een membraan-
expansievat met voldoende afmetingen en voor de CV-
installatie vooraf ingesteld membraanexpansievat wor-
den aangesloten. Tussen warmtegenerator en mem-
braanexpansievat mag zich geen hydraulische ver-
grendeling bevinden.
Daikin beveelt voor de vulling van de verwarmingsinstal-
latie aan om een mechanische manometer in te bouwen.
DaikinAltherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1420732 – 08/2014