Papier
Richtlijnen voor afdrukmedia
Afdrukmedia bewaren
Identificatie van afdrukmedia en specificaties
Een uitvoerlocatie kiezen
Afdrukmedia in de papierlade plaatsen
Richtlijnen voor afdrukmedia
Afdrukmedia omvatten papier, kaartkarton, transparanten, etiketten en enveloppen. De printer levert op diverse afdrukmedia kwalitatief hoogstaande
afdrukken. Door de juiste afdrukmedia voor de printer te selecteren, vermijdt u problemen tijdens het afdrukken. Dit hoofdstuk geeft informatie over hoe u het
best de afdrukmedia kiest, hoe u met afdrukmedia moet omgaan en hoe u ze in standaardlade, optionele laden of multifunctionele invoerlade en
documentinvoer met hoge capaciteit plaatst.
Papier
Gebruik voor de beste afdrukkwaliteit xerografisch, langvezelig papier van 75 g/m². Probeer eerst een staal van het papier dat u overweegt te gebruiken af te
drukken vooraleer u er grote hoeveelheden van aankoopt.
Wanneer u papier plaatst, let dan op de aanbevolen afdrukzijde op de verpakking en plaats het papier dusdanig. Zie
en
"De multifunctionele invoerlade
Papiereigenschappen
De volgende papiereigenschappen hebben een invloed op de afdrukkwaliteit en -betrouwbaarheid. We raden u aan om deze richtlijnen te volgen wanneer u
een nieuwe papiervoorraad koopt.
Gewicht
De printer kan automatisch langvezelig papier met een gewicht van 60 tot 120 g/m² in de papierlade opnemen. Papier dat lichter is dan 60 g/m² is mogelijk
niet stijf genoeg om goed opgenomen te worden en kan papierstoringen veroorzaken. Gebruik voor de beste prestaties langvezelig papier van 75 g/m².
Gebruik voor dubbelzijdig afdrukken papier van 60 tot 120 g/m².
Krullen
Krullen is de neiging van papier om aan de randen om te buigen. Als papier te veel krult, kan dat problemen opleveren bij het invoeren. Papier krult meestal
nadat het door de printer is gegaan, waar het aan extreem hoge temperaturen werd blootgesteld. Wanneer papier nadat het is uitgepakt in een vochtige
omgeving wordt bewaard, zelfs in de papierlade, kan dat krullen veroorzaken en daardoor tot invoerproblemen leiden.
Gladheid
De graad van gladheid van papier heeft een directe invloed op de afdrukkwaliteit. Als het papier te ruw is, wordt de toner niet goed gefixeerd, wat leidt tot een
slechte afdrukkwaliteit. Als het papier te glad is, kan het problemen veroorzaken bij het invoeren. Het papier moet een gladheid hebben van 100 tot 300
Sheffield; een gladheid tussen 150 en 250 Sheffield levert echter de beste afdrukkwaliteit op.
Vochtgehalte
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier goed door de printer kan worden gevoerd. Laat het papier
in de originele verpakking tot u het gebruikt. Het papier wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van wisselingen in de luchtvochtigheid.
Vezelrichting
De multifunctionele invoerlade gebruiken
De documentinvoer met hoge capaciteit gebruiken
Papierformaat instellen voor standaardlade, optionele lade van 500
vellen en documentinvoer met hoge capaciteit
De papiersoort instellen
Lade-instellingen
gebruiken" voor gedetailleerde plaatsingsinstructies.
"Afdrukmedia in de papierlade
plaatsen"