Er bestaan twee manieren om de binnenkant van de printer te reinigen:
De binnenkant van de printer handmatig reinigen.
l
Een reinigingspagina afdrukken via het bedieningspaneel.
l
De binnenkant van de printer handmatig reinigen
1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Noteer hoe lang het duurt vooraleer de printer afkoelt.
2. Open de bovenklep en trek de tonercassette uit. Plaats de cassette op een schoon, effen oppervlak.
OPGEPAST: Om beschadiging te voorkomen, mag u de tonercassette niet langer dan enkele minuten blootstellen aan licht.
OPGEPAST: Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan. Gebruik de hendel op de cassette om te vermijden dat u dit oppervlak aanraakt.
3. Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette.
OPGEPAST: Als u de binnenkant van de printer reinigt, zorg er dan voor dat u de transportrol onder de tonercassette niet aanraakt. Vet van uw vingers kan
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
1. Wrijf de lange glasplaat (LSU, laserscannereenheid) boven in de ruimte voor de tonercassette schoon en controleer op vuil of stof.
OPMERKING:
De lange glazen strook is lastig te vinden.
1. Lokaliseer de PTL-lens door de papiergeleider om te draaien en maak de lens voorzichtig schoon met een katoenen doek.