• Druk op <omlaag> of <omhoog> om de ingestelde waarde te wijzigen. De waarde kan automatisch
worden verminderd. Houd de knop gedurende een seconde ingedrukt om de waarde te wijzigen.
• Automatische referentietemperatuur compensatie. Tijdens de rechtstreekse kalibratie van het
apparaat met de referentietemperatuur compensatie kan de gebruiker de automatische
referentietemperatuur compensatie aanzetten in de modus "instellingen" (zie "opstart opties" voor
meer informatie inzake optie-instellingen) door de vereiste thermo-elektromotorische kracht met
betrekking tot de uitgang te leveren, waardoor op het scherm "RJ-ON" verschijnt. Waarbij:
thermo-elektromotorische kracht = thermo-elektromotorische kracht die overeenkomt met de
desbetreffende temperatuur - thermo-elektromotorische kracht met de kamertemperatuur. Indien met
betrekking tot de simulator geen automatische temperatuur compensatie is vereist kan de gebruiker
deze functie uitschakelen aan de hand van de optie-instellingen (zie "opstart opties" voor meer
informatie inzake optie-instellingen). Het scherm zal "RJ-ON" tonen.
• Druk op <HOLD> om de uitgang in of uit te schakelen (het display toont het symbool "ON" (aan) of
"OFF" (uit).
16. Frequentie-uitgang
• Sluit het ene uiteinde van de meetkabel aan op de aansluiting Hi (OUTPUT) en COM en het andere
uiteinde op de uitgangsaansluitingen van het aangesloten apparaat.
• Zet de draaischakelaar op
toont "Hz" wat de selectie van de functie van de frequentie betekent.
• Het frequentiebereik (output) 1 - 100Hz kan worden geselecteerd aan de hand van de knoppen <links>
of <rechts> of <omlaag> <omhoog>.
• Door op de knop <HOLD> te drukken toont het display het symbool "ON" en zal het meetinstrument
beginnen met het genereren van het frequentiesignaal.
• Door op de knop <RANGE> te drukken toont het display het symbool "kHz". Herhaal de stappen 3-4
om het uitgangssignaal van de frequentie in te stellen 0.1 - 1.1kHz (1.0 - 11.0kHz).
17. Simulatie van de zender uitgang (stroomabsorptie)
XMT betekent de simulatie van een stroomlus zender met behulp van het meetinstrument. Maak gebruik
van deze functie voor externe DC spanning (5-28V) of voor een in serie verbonden stroomlus.
Let op!
Zet de draaischakelaar op een van de bereiken (output) mA voordat de meetkabels worden aangesloten op
het stroomlus circuit. In een tegenovergesteld geval zal de lage impedantie op de andere posities van de
draaischakelaar een stroomvoorziening van 35mA op het circuit veroorzaken.
V en druk op de blauwe knop om de functie
te selecteren. Het display