Geavanceerde instellingen configureren
server in uw netwerk moet worden toegewezen, kies dan optie Automatisch
verkregen.
ì
Klik op OK om de instellingen op te slaan.
Let op:
u
Het is aan te raden slechts één DHCP-server in het netwerk te gebruiken. Als u al
een DHCP-server in uw netwerk heeft, is het aan te raden de DHCP-server van de
Gigaset WLAN Repeater 108 uit te schakelen.
u
Informatie over het momenteel automatisch toegewezen IP-adres kunt u wellicht
naslaan in het logboek van de DHCP-server die het IP-adres aan uw Gigaset WLAN
Repeater 108 toekent. Vaak heeft u hiervoor de het MAC-adres van uw Gigaset
WLAN Repeater 108 nodig, dat op het etiket aan de onderzijde van uw toestel
staat. Voer vervolgens het in het logboek vermelde IP-adres in de adresregel van
uw browser in om het configuratieprogramma te starten. Als u het configuratie-
programma op deze wijze echter niet meer kunt openen, dient u de standaardin-
stellingen van uw Gigaset WLAN Repeater 108 te herstellen door het indrukken
van de reset-toets (zie pagina 13). Hierdoor wordt aan uw toestel weer het IP-
adres 192.168.2.254 toegewezen en de DHCP-Server wordt ingeschakeld.
u
Let erop, dat u de IP-configuratie van zowel uw Gigaset WLAN Repeater 108 als
ook van de andere aangesloten apparaten (PC, spelcomputers etc.) aanpast aan
de configuratie van de andere deelnemers in uw netwerk resp. uw communicatie-
partners, bijvoorbeeld een geldig (afwijkend) IP-adres en bijbehorend subnetmas-
ker invoeren.
Draadloos netwerk
Als PC's via Gigaset WLAN Repeater 108 draadloos met elkaar communiceren, dient u
maatregelen te nemen om de veiligheid van het draadloze netwerk te verbeteren.
ì
Kies in het menu Geavanceerde instellingen de optie Draadloos netwerk.
Het draadloze netwerk van de Gigaset WLAN Repeater 108 is bij levering ingeschakeld.
Alleen als u deze voorinstelling niet wijzigt, kan uw toestel met het draadloze netwerk
communiceren. Als u deze functie niet wilt gebruiken, kunt u de optie Draadloos net-
werk uitschakelen.
U kunt in dit menu
u
Kanaal en
SSID
u
de transmissiemodus en het zendvermogen instellen (zie pagina 54),
u
de
Versleuteling
In het bedrijfsmodus Repeater resp. Access point kunt u bovendien de
u
toegang tot het draadloze netwerk beperken (zie pagina 61),
In het bedrijfsmodus Repeater kunt u bovendien de
u
Repeater-functie configureren (zie pagina 63).
52
instellen (zie pagina 53).
van de draadloze communicatie instellen (zie pagina 56),