Envelopinstellingen
In het menu 'Envelopinstellingen' kunt u de envelopeigenschappen opgeven en de
verzegeling in- of uitschakelen.
Boven in het scherm worden drie selectieknoppen weergegeven, waarvan u er één kunt
selecteren. De knop voor de geselecteerde instellingen wordt gemarkeerd.
•
Druk op de knop
in dat de enveloppen met gesloten flap worden ingevoerd. Gebruik de eerste knop
om de toepasselijke afmetingen in te voeren. Het is ook mogelijk om
ISO-standaardenveloppen of afmetingen in inches op geven. (Dit hangt af van de
installatie-instellingen.) De hoogte van de envelop kan liggen tussen 90 mm en 162
mm. Gebruik de tweede knop
in te voeren. De gewichtsinformatie wordt gebruikt voor het selecteren van de
uitvoerinstellingen. Zie
Gebruik de knop
verzegeld.
• Druk op de knop
dat de enveloppen met open flap worden ingevoerd. Gebruik de bovenste knop
om de toepasselijke afmetingen in te voeren. De hoogte van de envelop kan
liggen tussen 90 mm en 162 mm. Het is ook mogelijk om ISO-standaardenveloppen
of afmetingen in inches op geven. (Dit hangt af van de installatie-instellingen.) Gebruik
de tweede knop
kan liggen tussen 32 mm en de hoogte van de envelop min 32 mm.
• Druk op de knop
te plaatsen (modus Geen enveloppen). Dit kan nuttig zijn voor jobs waarbij
documenten alleen hoeven te worden gesorteerd en/of gevouwen. In dit geval wordt
de stapelaar de uitgang.
om een envelop met een gesloten flap te selecteren. Dit houdt
om het gewicht van de enveloppen in grammen
Uitvoerselectie-instellingen
om te definiëren of de enveloppen wel of niet moeten worden
om een envelop met een open flap te selecteren. Dit houdt in
om de hoogte van de flap in te voeren. De hoogte van de flap
om een job op te geven zonder de documenten in enveloppen
op pagina 71.
5
61