De vellen met de afgedrukte code worden in een feeder geplaatst. Afhankelijk van de
geprogrammeerde code kunnen de andere feeders worden gebruikt als selectieve feeders
om bijlagen toe te voegen.
In het geval van een Z-vouw moet het adres worden afgedrukt op de laatste pagina van
de set. Bij de andere vouwtypen, bevat het eerste vel van een set altijd het adres. Een
code voor volledige lengte wordt afgedrukt op elk vel van een set. De code moet op dezelfde
locatie op elke pagina verschijnen ongeacht de werkelijke codelengte.
De code op het laatste vel van de set bevat de invoeginstructie. De andere vellen bevatten
de verzamelinstructie. Als een pariteitscontrole wordt gebruikt bij OMR, wordt dit op elk vel
gecontroleerd. Als de code "page n of m" wordt gebruikt bij BCR, wordt de set ingevoegd
op het punt waar n gelijk is aan m.
Algemene vereisten voor afgedrukte codes
Neem het volgende in acht als u documenten afdrukt om te lezen:
• Zorg dat de lint- of tonerkwaliteit goed genoeg is.
• Druk de code af in het zwart.
• Codes op hetzelfde blad moeten een gelijke intensiteit hebben.
• Druk de code op ieder blad op dezelfde plek af.
• Let op 'achtergrondruis'. De leesfunctie kan worden verstoord door:
kleurveranderingen op het formulier, achtergrondontwerpen en logo's of kopieën aan
de andere zijde van het blad die doorschijnen.
• Bij matrixprinters wordt de voorkeur gegeven aan tekens van
quasi-correspondentiekwaliteit om maximale zwartheid te verkrijgen (double strike).
Neem contact op met uw serviceorganisatie voor meer informatie
over het afdrukken van een leescode op uw document.
7
93