Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset: A
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale
capaciteit van de buitenunit.
REYQ*T
Type capaciteit
Vloeistof-
buitenunit (pk)
leiding
12
12,7
14~16
12,7
RYYQ*T & RXYQ*T
Type capaciteit
buitenunit (pk)
Gasleiding
12~16
Leiding tussen koelmiddelaftaksets (of BS-box): B
Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale
capaciteit van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits. De
diameter van de aansluitleiding mag niet groter zijn dan die van
de koelmiddelleiding die is bepaald door de algemene
modelnaam van het systeem.
Hogedruk-/
8/10PK
lagedrukgas
RXYQ
-
RYYQ
REYQ
19,1
12PK
Vloeistof
RXYQ
RYYQ
12,7
REYQ
14/16PK
Vloeistof
RXYQ
RYYQ
15,9
REYQ
Leiding tussen koelmiddelaftakset en binnenunit: C
De leidingdiameter voor directe aansluiting op de binnenunit
moet dezelfde zijn als de diameter voor de aansluitleiding van
de binnenunit.
Binnenunit
FXTQ80
FXTQ100
Keuze van koelmiddelaftaksets: Refnet-verdelers en
Refnet-verbindingen
Refnet-verbindingen
KHRQ22M64T of
12PK
KHRQ23M64T
KHRQ22M64T of
14PK
KHRQ23M64T
KHRQ22M64T of
16PK
KHRQ23M64T
Nederlands
Buitendiameter leiding (mm)
Hogedruk-/
Aanzuiggas-
lagedruk-
leiding
gasleiding
28,6
28,6
Buitendiameter leiding (mm)
Vloeistofleiding
28,6
12,7
Hogedruk-/
Aanzuiggas
lagedrukgas
28,6
Hogedruk-/
Aanzuiggas
lagedrukgas
28,6
Gas
Vloeistof
19,1
9,5
22,2
9,5
a1
a2
KHRQ22M64T of
KHRQ23M64T
KHRQ22M64T of
KHRQ23M64T
KHRQ22M64T of
KHRQ23M64T
Refnet-verdelers
12PK
14PK
16PK
19,1
(4) Hoeveelheid extra koelmiddel
22,2
Wanneer FXTQ-binnenunits worden gebruikt, moet extra
koelmiddel aan het systeem worden toegevoegd.
Totale hoeveelheid koelmiddel systeem = Z
Z = O + R + P
O: standaard fabrieksvulling van buitenunit
R: extra hoeveelheid koelmiddel volgens diameter/lengte
vloeistofleiding en specifieke hoeveelheid buitenunit bepaald in
handleiding buitenunit
P: extra hoeveelheid koelmiddel door het gebruik van FXTQ-
binnenunits
P = ΣT
1..4
T: extra hoeveelheid koelmiddel voor elke gebruikte binnenunit
(afhankelijk van type)
Binnenunit
FXTQ80
-
FXTQ100
19,1
7.
HET AANLEGGEN VAN DE
AFVOERBUIZEN
Leg de afvoerbuis aan zoals onderstaande afbeelding laat
-
zien en neem maatregelen tegen condensvorming.
28,6
Verkeerd aangelegde afvoerbuizen kunnen lekkage tot
gevolg hebben met als resultaat natte meubelen en
bezittingen.
Soleer de afvoerleiding die in het gebouw loopt.
(1) Installeer de afvoerleiding.
• Het is niet nodig om een sifon in de afvoerleiding te
installeren.
• De afvoerleiding moet zo kort mogelijk zijn, een verval
hebben van meer dan 1/100 en geen mogelijkheid tot het
vormen van luchtbellen hebben.
• De diameter van de buizen is hetzelfde als dat van de
verbindingsbuis (PS1B) en dient gelijk of groter te zijn
dan dat van de verbindingsbuis.
• Monteer de slangen op de manier zoals in onderstaande
afbeelding wanneer meerdere afvoerslangen bij elkaar
komen. (Kies de diameter van de centrale afvoerleiding,
rekening houdend met het aantal daarop aan te sluiten
apparaten.)
b
KHRQ22M75H of
KHRQ23M75H
KHRQ22M75H of
KHRQ23M75H
KHRQ22M75H of
KHRQ23M75H
T (kg)
Buiten =
RXYQ of RYYQ
0,7
0,9
entrale afvoerleiding
(Installeren met een verval van minimaal 1/100)
T (kg)
Buiten = REYQ
0,7
0,9
7