Installatie
0
Benodigd gereedschap
1
Montage van de besturing
2
Openen van de afdekking van de besturing
3
Aansluitingen
Omschrijving:
J1
start / impulsingang
(OPEN / STOP / DICHT)
J2
veiligheidsfotocel 2- of 4-draads
J3
sluitkant
/ K2 / DW
OSE 8
J4
noodstop, slap koord, vergrendeling
J7
sleutelschakelaar, trekschakelaar
J9
digitale eindschakelaar - motorkabel
J10
aansluiting van uitbreidingsbesturingen
J11
aansluiting voor draadloze ontvanger
J12
antenne
J13
folietoetsenbord
X1
stroomaansluiting
X2
netuitgang L, N (500 W / 230 V)
X3
randaardecontact
X5
potentiaalvrij relais contact 1,
deurstatusrelais
X6
potentiaalvrij relais contact 2,
deurstatusrelais
X7
deuraandrijving
X8
24V DC, max. 200mA
4
Stroomaansluiting
De besturing kan via een CEE-stekker 16A en ca. 1 m
4a
kabel volgens
zonder verdere werkzaamheden
worden aangesloten.
De ansluiting op het stromnet moet
!
overeenkomen met de op het net staande
spanning.
5
Aansluiting voor motor
De aansluitleiding is vooraf aangepast voor de motor
en een digitale eindschakelaar DES. Beide kunnen
op de leiding worden gestoken.
6
Aansluiting voor impulsgever
6 a / 6 b - A a n s l u i t i n g J 1 v o o r e x t e r n e
commandogevers "Open", "Stop", "Dicht".
6c - Schakelvolgorde "Open"-"Stop"-"Dicht", in het
menu 51 de waarde 1 instellen.
J1.3 - ½ deuropening, J1.4 – volledige deuropening
6d - Aansluiting J7, schakelvolgorde "Open"-"Dicht"
( m e n u 5 0 , f a b r i e k s i n s t e l l i n g ) : z i e o o k
gebruiksaanwijzing functie sleutelschakelaar
De deur moet vanop de plaats van de
bediening zichtbaar zijn.
7
Aansluiting voor fotocel
In menu 36 moet de fotocel dienovereenkomstig
worden ingesteld.
7a 2-draads fotocel Ls2
7b 4-draads fotocel LS5 met testen
7c Reflectie-fotocel RLK29
Wanneer in het menu de fotocel in de kozijn
gemonteerd wordt geselecteerd, zal de besturing bij
de volgende beweging in de SLUIT-richting een
leerbeweging uitvoeren om de positie te kunnen
herkennen.
Daarbij mag de SLUIT-beweging niet
worden gestoord om te voorkomen dat
er een verkeerde positie wordt
geregistreerd.
8
Aansluiting voor de sluitkantbeveiliging
Bij impulsbedrijf SLUITEN dient er een
sluitkantbeveiliging te worden aangesloten. Deze
dient in menu 35 te worden geselecteerd. Door lang
op de Prog-toets op menu 35 te drukken wordt de
gemeten weerstandwaarde van de 8K2 sluitkant
weergegeven.
Voorbeeld: 82 betekent 8k2. Door de Prog-toets
kortstondig in te drukken wordt de weergave
onderbroken.
8a/b Optische sluitkantbeveiliging OSE.
Elektrische sluitkantbeveiliging 8K2 met 8,2 kOhm
afsluitweerstand (Waarde = 1).
Elektrische sluitkantbeveiliging 8K2 in rijbedrading
met slappe koordschakelaar en
loopdeurschakelaar (Waarde = 3)
Drukaslijst met 8k2 lusimpedantie (waarde =2)
De drukassenlijst enkel met testen
bedrijven. Hiervoor menu 35=2 selecteren.
9
Aansluiting noodstop
10
Aansluiting sleutelschakelaar /
trekschakelaar
Wanneer er een sleutelschakelaar / trekschakelaar
wordt gebruikt, dient in menu 50 de gewenste functie
te worden geselecteerd.
11
Radiografische afstandsbediening
Steek de ontvangermodule (optie) op J11 en laat in
menu 60, 61 of 62 de handzender het leerbedrijf
uitvoeren.
12
Relaisuitgang
2 wisselaarcontacte: max. 250VAC / 2A of 24VDC /
1A
24V-uitgang X8: max. 200mA
Keuze van de relaisfunctie: Menu 45 en 46
Indien in menu 40 de functie "Automatisch sluiten"
(menu 3 of 4) geselecteerd is, dan is X6 de functie
"Voorafgaand waarschuwingslicht" toegewezen.
De instellingen in menu 46 zijn buiten werking.
12a Rood-groen-signalisatie
Menu 40 = 0
Menu 46 = 1
12b Onderlinge vergrendeling van 2 poorten
(sluisomschakeling).
Menu 50 waarde 2 en 3 en menu 45 waarde 0.
12c Onderlinge vergrendeling van 3 poorten
(sluisschakeling).
Menu 50 waarde 2 en 3 en menu 45 en 46 waarde
0.
13
Foto-elektrische beveiliging
Alternatief voor de sluitkantbeveiliging kan een foto-
elektrische beveiliging gebruikt worden. Hiervoor
moet de foto-elektrische beveiliging overeenkomstig
tekening 13a, 13b vastgeklemd worden. Menu 35=0
P r o g r a m m e r e n v a n d e
besturing
De programmering wordt door een menu gestuurd.
Stel de programmering van de deur in zoals in het
schema is aangegeven. Op de volgende pagina
wordt de complete menuomvang weergegeven.
Instellen deureindstanden (menu's 30 en 31)
!
De deur moet veercompensatie vertonen.
De bovenste en onderste eindstand moeten direct
na elkaar ingesteld worden.
Correctie van de naloopweg (menu 42)
Hiermee worden veranderingen in de DICHT-positie
gecompenseerd die veroorzaakt zijn door de
temperatuur, het inlopen van de aandrijving etc.
Aanpassing aan de vloer (menu 43)
Hiermee worden veranderingen in de DICHT-positie
gecompenseerd die veroorzaakt zijn door de kabel
langer is geworden of de vloer iets omhoog is
gekomen. De eindstand "Dicht" wordt door de
a a n r a k i n g e n v a n d e g r o n d a a n d e
sluitkantbeveiligingen aangepast.
Stel eerst de DICHT-positie nauwkeurig in en stel
vervolgens menu 43 in.
In de eindstanden 2, 3 en 4 worden de
geprogrammeerde posities uit menu's 31, 34 en 37
dienovereenkomstig aangepast.
Veerbreukdetectie (menu 47)
Bij overschrijding wordt fout E32 aangegeven.
!
Na de vernieuwing van de veren dienen de
deureindstanden opnieuw ingesteld te worden.
Motor 9.24/5.24: invoerwaarde = U x gewicht / 20Kg
Motor 9.20: invoerwaarde = U x gewicht / 16Kg
Motor 9.15: invoerwaarde = U x gewicht / 15Kg
Voorbeeld:
Motor 9.24, t = 8 toeren voor deuropening
Deurvleugelgewicht = 150 kg, bij 2 veren draagt
iedere veer 75 kg. De uitschakeling dient bij 60 kg te
gebeuren.
Invoerwaarde
= 8 x 60 kg / 20 kg =
Instelling is bij snelle ontgrendeling
noodzakelijk, in het andere geval dienen
er veerbreukschakelaars aangesloten
te worden.
Controle veercompensatie
Nadat de deur één keer compleet geopend en
gesloten werd, menu 47 in plaats van kort, de toets
5 seconden lang indrukken.
Waarde geeft aan, hoe de deur uitgebalanceerd is:
Motor 9.24/5.24: F (KG) = displaywaarde x 20Kg / U
Motor 9.20: F (KG) = displaywaarde x 16Kg / U
Motor 9.15: F (KG) = displaywaarde x 15Kg / U
U = aantal toeren voor één deuropening
Als displaywaarde -2 tot -9, dan zijn veren te sterk
gespannen.
De resultaten mogen slechts als benaderend
beschouwd worden. Voor een meer nauwkeurige
bepaling is een krachtmeting doorgevoerd te
worden.
Bij gebruikmaking van 6.65DU wijkt de functie
!
af. Gelieve hiervoor de paragraaf "Functie DU"
in acht te nemen.
Begrenzing van de openingskracht (menu 48)
De OPEN-bewegingen worden met elkaar
vergeleken. Bij overschrijding van de ingestelde
waarde wordt de deur gestopt en F33 verschijnen.
De deur kan vervolgens uitsluitend in de
!
dodemansmodus gesloten worden. Oorzaak
van de krachtoverschrijding verhelpen en
daarna de deur openen en sluiten.
Motor 9.24/5.24: invoerwaarde = U x gewicht / 20Kg
Motor 9.20: invoerwaarde = U x gewicht / 16Kg
Motor 9.15: invoerwaarde = U x gewicht / 15Kg
De resultaten mogen slechts als benaderend
beschouwd worden. Voor een meer nauwkeurige
bepaling is een krachtmeting doorgevoerd te
worden.
Bij gebruikmaking van 6.65DU wijkt de functie
!
af. Gelieve hiervoor de paragraaf "Functie DU"
in acht te nemen.
Bij poorten die een krachtbeperking
nodig hebben om de norm
EN12453-2000, deel 5.2.2, te vervullen,
moet deze instelling uitgevoerd worden.
De krachtbegrenzing moet zodanig
ingesteld worden dat het meerijden
aan de poort verhinderd wordt.
Controle van de werking van de krachtinstelling
Na de krachtteachstap moeten de 20 kg
opgelegd worden. De aandrijving
moet uitschakelen.
Krachtmeting
Ter bepaling van de uitschakeldrempel.
Na invoer van de waarde 99 in het menu 48 voert de
besturingsinrichting een krachtmeting door:
1.
Een testgewicht (aanbevolen ca. 20 kg) aan de
deur bevestigen en de deur compleet openen
en sluiten.
2. Vervolgens verschijnt in het menu 48 de
waarde en wordt deze als uitschakelwaarde
overgenomen. De waarde kan gewijzigd
worden (dubbele waarde gelijk aan dubbele
kracht).
3.
Testgewicht terug verwijderen en deur weer
openen en sluiten.
Inschakelduur (menu 49)
De ingestelde inschakelduur verhindert de
oververhitting van de aandrijfmotor en voorkomt
beschadigingen.
Bij gebruikmaking van de motor 5.24 met
24