K-x_OPM.book Page 205 Thursday, September 24, 2009 2:25 PM
De afwerking van de opname instellen
Aangepaste opname instellen
U kunt de afwerking van de opname instellen voordat u opnamen
maakt als de opnamestand ingesteld is op e (Programma),
K (Gevoeligheidsvoorkeuze), b (Sluitertijdvoorkeuze),
c (Diafragmavoorkeuze) of a (Handmatig).
U kunt voor de beeldtint kiezen uit de volgende zeven mogelijkheden:
Helder (standaardinstelling), Natuurlijk, Portret, Landschap, Levendig,
Gedempt en Monochroom. U kunt voor de beeldtint de volgende
items selecteren.
Onderdeel
Kleurverzadiging
*1
Tint
Hoog/laag
stemming
Contrast
*2
Scherpte
*3
Filtereffect
Kleur aanpassen
*1 Deze functie kan worden ingesteld als een andere stand dan [Monochroom] is geselecteerd.
*2 U kunt ook [Fijne scherpte] selecteren, waarmee u de contouren van de afbeelding nog
dunner en scherper maakt.
*3 Deze functie kan worden ingesteld als [Monochroom] is geselecteerd.
Aangepaste opname kan niet worden gebruikt als Cross-processing
is geselecteerd.
Instelling van de kleurverzadiging. (Beschikbare instellingen:
*1
-4 t/m +4)
Instelling van de kleurtint. (Beschikbare instellingen: -4 t/m +4)
Wijzigen van de helderheid van de opname. (Beschikbare
instellingen: -4 t/m +4)
Instelling van het contrast (Beschikbare instellingen: -4 t/m +4)
Instelling van de scherpte van de contouren van de
afbeelding. (Beschikbare instellingen: -4 t/m +4)
Aanpassing van het contrast zodat het lijkt alsof een zwart-
wit-kleurenfilter is gebruikt. Instelling van de filterkleur.
(Beschikbare instellingen: [Geen], [Groen], [Geel], [Oranje],
[Rood], [Magenta], [Blauw], [Cyaan], [Infraroodfilter])
Instelling van het aanpassingsniveau voor koude kleurtinten
*3
(- richting) en warme kleurtinten (+ richting). (Beschikbare
instellingen: -4 t/m +4)
Instellingen
205
6