5.2 Montage
Procedures voor installatie van de radarscanner
Belangrijke informatie over het installeren.
De radarscanner wordt geleverd in 3 delen, waarvoor afzonderlijke installatieprocedure van
toepassing zijn:
1.
Installeer de VCM100 voltage converter module.
2. Zet de voet van de radar vast op een geschikt montageplatform.
3. Bevestig de antenne op de voet.
De VCM100 monteren
Voordat u de unit monteert dient u ervoor te zorgen dat:
• U een geschikte plaats kiest. Zie
Opmerking: De VCM100 is spatwaterbestendig en alleen geschikt voor montage
benedendeks.
• U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabels moeten worden gelegd hebt vastgesteld.
Opmerking: Sluit GEEN kabels aan op de voeding voordat de volgende stappen zijn doorlopen.
1. Controleer de gekozen plaats voor de unit. Voor de VCM100 is een vrij en vlak oppervlak vereist,
met voldoende ruimte om de kabels onder de unit te leggen.
2. Houd de VCM100 op de gewenste plaats op zijn plek.
3. Gebruik een potlood om de boorgaten in de montagelipjes aan beide kanten van de VCM100-unit
te markeren.
4. Boor met een boortje van 3 mm een gat door de markeringen.
5. Leg de VCM100-montagelipjes op één lijn met de geboorde gaten.
6. Houd de VCM100 op zijn plek.
7. Gebruik een geschikte schroevendraaier om de zelftappende schroeven door de gaten in de
montagelipjes draaien, in de geboorde gaten.
8. Sluit de kabels aan overeenkomstig de instructies in deze handleiding.
9. Houd de kabelklem op zijn plek over de kabels heen, ongeveer 50 mm (2") onder de
gemonteerde VCM100-unit.
10. Gebruik een potlood om de boorgaten in de montagebeugel te markeren.
ZORG ERVOOR DAT DE KABELS DE GATEN NIET BEDEKKEN.
11. Boor met een boortje van 3 mm een gat door de markeringen.
12. Houd de kabelklem op zijn plek, waarbij de gaten tegenover de geboorde gaten liggen.
13. Gebruik een geschikte schroevendraaier om de zelftappende schroeven door de gaten in de
beugel draaien, in de geboorde gaten.
64
Vereisten voor plaatsing VCM100