In de basisconfiguratie is de app op "30%" (afbeelding 15, pos. 5) ingesteld. Dit komt overeen met de beginnersmodus
(zie ook hoofdstuk 11). De stuurfuncties zijn in hun werkwijze beperkt.
Wanneer u dit symbool nogmaals aanraakt, verschijnt "60%". Dit komt overeen met de modus voor gevorderden. Het
model reageert wendbaarder op stuurbevelen.
Wanneer het symbool opnieuw wordt aangeraakt, verschijnt "100%". Dit komt overeen met de modus voor profs. De
stuurfuncties zijn niet beperkt. Als het symbool nogmaals wordt aangeraakt, springt het scherm opnieuw naar "30%"
en is de beginnersmodus geactiveerd.
Als het model tijdens het vliegen afdrijft, kan dit met het respectievelijke trimelement gecompenseerd worden. Als het
model zich bv. om de eigen as naar links draait, bedient u het trimelement voor "Gier" (16) en trimt naar rechts tot het
model niet meer om de eigen as draait.
Als het model bv. naar links drijft, gebruikt u het trimelement voor "Roll" (17) en trimt u naar rechts tot het model niet
meer naar links drijft. Voor een drift van de stuurfunctie "Nick" is het bevoegde trimelement (18) voorzien.
Als de instelmogelijkheden van de trimelementen niet meer volstaan om het model stabiel te laten vliegen
of de vliegeigenschappen anders zijn dan gewoonlijk, moeten de sensoren va, de quadrocopter opnieuw
worden gekalibreerd. Plaats daarvoor u de startklare quadrocopter op een effen oppervlak. Druk op het
icoon voor de kalibrering (8). De LED's in het landingsgestel beginnen te knipperen. De kalibrering is met
succes voltooid wanneer de LED's opnieuw continu branden.
Door het pijlsymbool (afbeelding 15, pos. 7) te bevestigen kan het model een flip (een omwenteling van 360°) uitvoe-
ren. Breng de quadrocopter hiervoor in een stabiele zweefvlucht op voldoende afstand van de piloot en hindernissen
op minstens 1,5 meter vlieghoogte. Kies het pijlsymbool (afbeelding 15, pos. 7). Vervolgens beweegt u het rechter
stuurelement naar voor/achter/links of rechts (slechts een richting!). Het model zal dan een flip in deze richting uitvoe-
ren. Deze functie is analoog met de functie met de afstandsbedieningszender. Houd daarom voor deze functie ook
rekening met de voorschriften in hoofdstuk 12.
27