1. Configuratie van de schakelingangen (IN1, IN2, IN3, IN4, IN5)
De schakelingangen zijn aanwezig om een fout gedrag te bepalen. In het eenvoudigste geval kan vb. het inschakelen
(Low -> High = LH), het uitschakelen (High -> Low = HL) of het toggelen (Low -> High -> Low = LHL) worden herkend
en een alarmering gebeuren. Via de basisinstelling is een alarmering via de schakelingang uitgeschakeld. Voor het
inschakelen is het volgende bevel nodig:
SET <IN1/IN2/.../INn> <OFF/LH/HL/LHL> [<Time>] #1513
TIME: 1 tot 255 seconden, optionele parameter (de tijden hebben een tolerantie van +/- 1 s)
Met de optionele parameter <TIME> kan worden ingesteld, dat niet onmiddellijk na de flank een alarm wordt geacti-
veerd, maar pas de ingestelde tijd wordt afgewacht. Daardoor kunnen vb. storingen worden opgevangen.
Na dit bevel komt een overzicht van de huidige configuratie via SMS terug.
GX155
TEMP: 18.0C
Min. temp. OFF
Max. temp. OFF
HYSTEMP: 0.2C
IN1: OFF
IN2: LH
IN3: LH
IN4: LH
IN5: LH
Dezelfde SMS wordt met het volgende bevel verzonden:
TEST <IN1/IN2/.../INn> #1513
Alle INx-functies worden opnieuw naar de basisinstelling teruggezet met het bevel:
RESET <IN1/IN2/.../INn> #1513
Men kan met de functie ALARM (niet ALARM ENABLE) het relais aanwijzen, bij alarm een actie uitvoeren.
28