5.2.2 Eindschakelaar "Beneden" 5.2.3 Eindschakelaar "Boven"
afbeelding 12 Eindschakelaar beneden
afbeelding 13 Eindschakelaar boven "
Deze eindschakelaars leggen de stopplaatsen van de slede vast.
Door de ringmoer los te draaien kan de positie –en daarmee het schakelpunt- van
de eindschakelaars worden verschoven. Ringmoeren weer goed aandraaien.
5.2.4 Kabeltrommel
afbeelding 14 Kabeltrommel
De kabeltrommel geleidt de toevoerkabel voor de bediening op het kopstuk en
voor de eindschakelaar boven.
De stroom wordt over het aangekoppelde sleepringcontact overgedragen.
(12 volt)
Men dient er op te letten dat de kabel strak en regelmatig wordt opgewonden.
Kabel regelmatig op beschadigingen controleren!
Gebruiksaanwijzing verhuislift 2003
39