4.0 Opstellen van de verhuislift
4.1
De lift moet worden opgesteld op een ondergrond die de druk van de
hydraulische stempels voldoende op kan nemen. De bodembelastbaarheid
moet minstens 50 N/cm² zijn. Indien noodzakelijk bij slappe ondergrond
onderlegplaten van minstens 35x35 cm onder de stempelvoeten leggen om
het wegzakken te verhinderen.
Als de lift op de openbare weg wordt opgesteld dienen op afdoende
wijze maatregelen tegen verkeersgevaren te worden beveiligd.
Ook moet rekening worden gehouden met andere gevaren in de omgeving van
de lift, zoals b.v. stroomleidingen, enz. Hoge gebouwen kunnen door trek en
zuigwerking de windkracht ter plekke verhogen!
Als de lift onder slechte zichtomstandigheden wordt gebruikt, dient voor
afdoende verlichting te worden gezorgd, d.w.z. de lift dient vol te worden
verlicht.
Gebruiksaanwijzing verhuislift 2003
Verhuisliften moeten volgens aanwijzingen van de
fabrikant door ter zake kundig personeel worden op- en
afgebouwd.
Opstelvlak
3
2
1
0
1
A fb.20584
4m
3
2
1
0
1
2
3
2m
27