8.2.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen
8.2.5 Leidinguiteinde optrompen
ERRA08~12E + ELBH/X12E
Daikin Altherma 3 R MT W
4P708483-1 – 2023.05
a
b
c
d
a Momentsleutel
b Moersleutel
c Leidingverbinding
d Flaremoer
Afmetingen van de
leidingen (mm)
Ø6,4
Ø15,9
Gebruik een pijpenbuigmachine om de leidingen te buigen. Alle leidingbochten
moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen (buigingsstraal van 30~40 mm of meer).
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
a Snijd precies in rechte hoeken af.
b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de
volgende afbeelding.
A
Flaregereedschap voor
R32 (koppelingstype)
A
0~0,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
8
Aanhaalkoppel
Trompmaat (A)
(N•m)
11~14
62~75
b
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
1,0~1,5 mm
Installatie van de leidingen
|
Vorm van de
(mm)
verbreding (mm)
8,7~9,1
19,3~19,7
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
Uitgebreide handleiding voor de installateur
90°
±2
ØA
R=
0.4~0.8
105