Lasdraad invoeren
Schakel het apparaat uit.
Open het zijdeksel van het apparaat.
Draai de borgmoer van de bus los.
Plaats de haspel (14) met de lasdraad op de bus,
zodanig dat de haspel linksom draait (tegen de
klok in) als de lasdraad [15] in de aanvoerunit
wordt gevoerd.
Let op dat de lokaliseerpen in het daarvoor bedoelde
gat in de haspel komt te zitten.
Draai de bevestigingsdop weer op de bus.
Zet de lasdraad op en gebruik daarbij de geschikte
groef die overeenkomt met de dikte van de draad.
Maak het uiteinde van de draad vrij en knip het
gebogen einde eraf.
ontstaan.
WAARSCHUWING
Het scherpe uiteinde van de lasdraad kan pijn doen.
Verdraai de haspel linksom en voer het uiteinde
van de lasdraad in de draadaanvoerunit, tot bij
de Euro-aansluiting.
Stel de kracht van de drukrol van de lasdraad
goed in.
Afstellen remkoppel van de bus
Om te voorkomen dat de lasdraad uit zichzelf afrolt,
is de bus voorzien van een rem.
De rem is af te stellen door de inbusbout M8 te
verdraaien.
Deze zit in het busframe en wordt
bereikbaar nadat de bevestigingsdop van de bus
eraf gehaald is.
Afbeelding 4
26. Bevestigingsdop.
27. Inbusbout M8 voor het afstellen.
28. Drukveer.
Door de inbusbout M8 rechtsom te draaien neemt de
veerspanning toe, wat resulteert in een sterkere
remwerking.
Door de inbusbout M8 linksom te draaien neemt de
veerspanning af, wat resulteert in een minder sterke
remwerking.
Na voltooiing van het afstellen moet de bevestigingsdop
weer geplaatst worden.
NEDERLANDS
Daarbij mag geen braam
26
27
28
Afstellen
van
drukrollen
De drukarm bepaalt de kracht die de drukrollen
uitoefenen op de lasdraad.
De afstelling gebeurt met een stelmoer.
moer rechtsom te draaien neemt de drukkracht toe,
bij linksom draaien wordt de druk minder.
afstelling is belangrijk voor goede lasresultaten.
Bij een te lage druk zal de drukrol doorslippen. Bij een te
hoge druk kan de lasdraad vervormd raken, wat kan
leiden tot problemen in de lastoorts. De juiste instelling zit
daar net tussenin. Verminder geleidelijk de druk totdat de
draad begint door te slippen op de drukrol. Voer daarna
de druk weer iets op door de stelmoer één slag
te verdraaien.
Lasdraad in de lastoorts voeren
Schakel het lasapparaat uit.
Sluit op de Euro-aansluiting een voor het gekozen
lasproces geschikte lastoorts aan. De parameters
van toorts en lasapparaat moeten overeenstemmen.
Haal de gascup van de toorts en de contacttip, resp.
de beschermkap en contacttip. Leg dan de toorts
recht en plat.
Schakel het lasapparaat in.
Druk de toortsschakelaar in om lasdraad door te
voeren door de draadgeleider van de toorts, totdat
de draad eruit komt aan de zijde met het
schroefdraad.
Als de toortsschakelaar wordt losgelaten moet de
spoel niet verder afwikkelen.
Stel zo nodig de remkracht van de draadhaspel af.
Schakel het lasapparaat uit.
Installeer een geschikte contacttip.
Afhankelijk van het gekozen lasproces en type
lastoorts, moet een gascup geplaatst worden (voor
GMAW-proces) of een beschermkap (voor FCAW-
SS-proces).
Zorg dat ogen en handen verwijderd blijven van het
uiteinde van de lastoorts, terwijl lasdraad naar buiten
komt aan de kant van de schroefdraad.
11
de
kracht
van
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
NEDERLANDS
de
Door deze
De juiste