Inhoudsopgave
Advertenties
SC-R5000 Series/SC-R5000L Series Gebruikershandleiding
Basishandelingen
Workflow voor juist
afdrukken
Volg de onderstaande instructies om juist af te
drukken op het afdrukmateriaal.
1. De media-instellingen in de printer en de
afdrukinformatie in de RIP-software opslaan
Sla de media-instellingen volgens de eigenschappen van
het afdrukmateriaal op in de printer en sla de afdrukinfor-
matie op in de RIP-software.
Epson levert een EMX-bestand waarin de media-instellin-
gen en de afdrukinformatie voor het meest gebruikte in
de handel verkrijgbare afdrukmateriaal zijn gecombi-
neerd.
U kunt de volgende bewerkingen eenvoudig uitvoeren
met de wizard van de RIP-software Epson Edge Print die
met de printer is meegeleverd.
❏
Download het EMX-bestand
❏
Sla de afdrukinformatie automatisch op in Epson
Edge Print
❏
Sla media-instellingen op in de printer
Lees verder voor gedetailleerde informatie.
"Afdrukken met de juiste instellingen voor het ge-
U
bruikte afdrukmateriaal (afdrukken met EMX)" op pagi-
na 42
2. Stel de RIP-bewerking voor taken die meer
dan drie uur in beslag nemen zodanig in dat ze
korter dan drie uur duren.
De printer kan niet langer dan drie uur onafgebroken af-
drukken. De tijdsduur waarmee u binnen drie uur kunt
afdrukken, is afhankelijk van het aantal drukgangen dat
is ingesteld voor de afdrukkwaliteit van de RIP-bewerking.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie. over de
afdrukduur die wordt bepaald door het aantal drukgan-
gen. Zie ook het volgende gedeelte voor meer informatie
om een afdruktaak binnen drie uur uit te voeren.
"Afdruklengten op basis van drukgangnummer en
U
een afdruktaak maken" op pagina 152
Basishandelingen
3. Afdrukmateriaal in de printer laden en
media-instellingen configureren
Plaats het afdrukmateriaal, selecteer het nummer waaron-
der u de media-instellingen bij stap 1 hebt opgeslagen
en voer de lengte van het afdrukmateriaal in.
"Afdrukmateriaal laden" op pagina 54
U
"Instellingen voor geplaatste media" op pagina 60
U
4. Bevestig het afdrukmateriaal aan de
automatische oproleenheid
Als u het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken wilt oprol-
len, moet u het afdrukmateriaal aan de automatische op-
roleenheid bevestigen.
"De automatische oproleenheid gebruiken" op pagi-
U
na 62
5. De media-instellingen optimaliseren (bij
gebruik van nieuw afdrukmateriaal)
Voer dit eenmaal uit voordat u de media-instellingen ge-
bruikt die u bij stap 1 in de printer hebt opgeslagen.
Optimaliseer de media-instellingen (Afdrukafstellingen)
om verschillen tussen het afdrukmateriaal en de printer
te corrigeren, zodat u optimaal kunt afdrukken.
"Media-instellingen optimaliseren (Automatische aan-
U
passing)" op pagina 68
6. De status van de printer controleren
Controleer voordat u begint de hoeveelheid resterende
inkt en de status van de spuitkanaaltjes van de printkop.
"Vóór het afdrukken" op pagina 75
U
52
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
