Inhoudsopgave
Advertenties
SC-R5000 Series/SC-R5000L Series Gebruikershandleiding
Namen van onderdelen
B
Taakwerkbalk
C
Knop voor lijstwissel
D
Lijsten Job List (Takenlijst)/
Printed Job (Afgedrukte
taak)
E
Voorbeeldgebied
F
Tabblad Wisselen tussen
printers
G
Menu Taakinstelling & In-
stelgebied
Inleiding
Functie
Voor taken die u selecteert in de lijsten Job List (Takenlijst)/Printed Job (Afgedrukte
taak) kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren (D).
: selecteer en voeg afdrukgegevens toe aan de Job List (Takenlijst).
/
: maak één nesttaak van meerdere taken die u selecteert.
Wanneer u een nesttaak selecteert, verandert
uitvoeren.
: verwijder geselecteerde taken uit de lijst.
: voer alleen RIP-bewerking uit op geselecteerde taken.
: voer RIP uit tijdens het afdrukken van geselecteerde taken. Als u een taak
selecteert waarvoor RIP al is voltooid, wordt alleen het afdrukken uitgevoerd.
: stop het afdrukken dat of de RIP-bewerking die wordt uitgevoerd.
/
: zet de geselecteerde taak in de wacht. Uitgestelde taken worden niet
afgedrukt wanneer u de schakelknop Auto Print (Auto.afd) (H) instelt op
automatisch af te drukken.
Wanneer u een uitgestelde taak selecteert, zal
uitstellen annuleren. Als u het uitstellen van een taak annuleert tijdens automatisch
afdrukken, zal de taak inactief worden en aan het eind van de wachtrij worden afgedrukt.
Schakel tussen de lijsten Job List (Takenlijst)/Printed Job (Afgedrukte taak).
De naam van de huidige geselecteerde lijst wordt in een kader weergegeven.
In Job List (Takenlijst) worden een miniatuurweergave, de naam van de brongegevens
en de status weergegeven voor taken die worden afgedrukt of in de wachtrij staan.
Afdruktaken die zijn voltooid, worden automatisch naar de lijst Printed Job
(Afgedrukte taak) verplaatst.
U kunt een voorbeeld bekijken van een taak die u in Job List (Takenlijst) (D) selecteert.
Het witte gebied geeft het afdrukmateriaal weer. De breedte van het afdrukmateriaal is
afhankelijk van de instellingen in
(Mediaformaat) in het menu Job Settings (Taakinstellingen). De afstand van de linker-
en rechterrand van het afdrukmateriaal naar de stippellijnen zijn de marges.
U kunt de voorbeeldweergave ook verslepen om de afdrukstand te wijzigen.
Als u onderaan het voorbeeldgebied op
voorbeeldgebied vergroten of verkleinen.
Geeft de status en de naam weer van de printers die in deze software zijn geregistreerd.
Klik op een tabblad om een andere printer te gebruiken. Het witte tabblad markeert de
printer die momenteel wordt gebruikt.
De statuspictogrammen hebben de volgende betekenis.
: er kan worden afgedrukt (gereed).
: er wordt afgedrukt.
: waarschuwing of er is iets gebeurd.
: er is een fout opgetreden.
: er wordt momenteel een andere taak dan een afdruktaak uitgevoerd, bijvoorbeeld
Printkop reinigen, of het bedieningspaneel wordt gebruikt.
: de printer is uitgeschakeld of niet verbonden.
Voer instellingen uit, zoals afdrukken, lay-out en invoer-/uitvoerprofiel, voor de
inactieve taken die zijn geselecteerd in Job List (Takenlijst) (D).
De pictogrammen aan de rechterzijde zijn van het menu Taakinstelling. De inhoud van
het instelgebied verandert, afhankelijk van de onderdelen die zijn geselecteerd.
40
in
en kunt u UnNest (Nst.oph.)
veranderen in
(Basic Settings (Basisinstellingen)) — Media Size
of
klikt, kunt u de weergave van het
om
en kunt u het
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
