c
Voer het nummer in (maximaal 20
cijfers). Druk op OK.
d
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Voer de naam in met behulp van het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
e
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u een faxresolutie wilt opslaan bij
het nummer, drukt u op a of b om Std,
Fijn, S.Fijn of Foto te kiezen.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
f
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Ga naar b om nog een
voorkeursnummer op te slaan.
Om het opslaan van voorkeursnummers
te beëindigen, drukt u op
Stop/Eindigen.
Snelkiesnummers opslaan
U kunt vaak gebruikte nummers opslaan als
snelkiesnummers zodat u slechts op een paar
toetsen hoeft te drukken om het nummer te
kiezen (Zoeken/Snelkiezen, het driecijferig
nummer en Start). De machine kan 200
snelkiesnummers opslaan (001 - 200).
a
Druk op Menu, 2, 3, 2.
b
Voer op het bedieningspaneel een
drie-cijferige locatie in voor het
snelkiesnummer (001-200). Druk op OK.
c
Voer het nummer in (maximaal 20
tekens).
Druk op OK
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in met behulp van het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Druk op OK.
Het kiezen en opslaan van nummers
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
e
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een faxresolutie wilt opslaan bij
het nummer, drukt u op a of b om
Std, Fijn, S.Fijn of Foto te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op OK als u de
standaardresolutie niet wilt wijzigen.
f
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar b om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
Om het opslaan van
snelkiesnummers te beëindigen,
drukt u op Stop/Eindigen.
Opmerking
Wanneer u een groepsverzending maakt
en u een scanprofiel hebt opgeslagen
samen met het nummer, wordt het
scanprofiel van het eerstgekozen
8
voorkeurs-, snelkies- of groepsnummer
op de verzending toegepast.
Voorkeursnummers en
snelkiesnummers veranderen
Als u probeert een voorkeursnummer of een
snelkiesnummer op te slaan op een locatie
waar reeds een nummer staat, verschijnt de
naam of het opgeslagen nummer op het
LCD-scherm. Wanneer de machine een
geplande taak heeft of wanneer u een
faxdoorzendnummer heeft ingesteld, vraagt
de LCD u of u het nummer wilt veranderen.
8
8
53